betoog, column, meningvormend artikel, ingezonden brief, recensie, etc.
activeren
reclametekst, advertentie, folder, etc.
amuseren
stripverhaal, leesboek, roman, etc.
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil tussen overtuigen en activeren?
Slide 2 - Mind map
Argument
De uitleg waarom je iets vindt, noemen we een argument.
Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers
Slide 3 - Slide
Een voorbeeld van een overtuigende tekst is..
A
Marktplaats advertentie
B
Gedicht
C
Recensie over een film
D
Factuur van de garage
Slide 4 - Quiz
Bij een overtuigende tekst wil de schrijver
A
Je informatie geven.
B
Dat je dezelfde mening krijgt als hij.
C
Je uitleggen hoe iets moet.
D
Dat je je vermaakt.
Slide 5 - Quiz
Welk signaalwoord kondigt een argument aan?
A
namelijk
B
omdat
C
dus
D
concluderend
Slide 6 - Quiz
Is dit een goed argument?
A
Dit is een goed argument
B
Dit is een slecht argument
Slide 7 - Quiz
Met een argument wil je de lezer overhalen om iets te gaan doen.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat is een argument (reden)?
A
Een uitleg waarmee je een feit verdedigt.
B
Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
C
Een uitleg waarmee je een reden verdedigt.
D
Iets wat je moet controleren.
Slide 9 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van een overtuigende tekst?
A
ingezonden brief
B
column
C
blog
D
nieuwsbericht
Slide 10 - Quiz
Een instructie is een
A
Informerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Amuserende tekst
D
Activerende tekst
Slide 11 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een activerende tekst?
A
blog
B
menukaart
C
ingezonden brief
D
poster van SIRE
Slide 12 - Quiz
Wat is het doel van deze activerende tekst?
A
Kom om 12 uur naar het feest
B
Help mee de party te organiseren
C
Verspreid dit bericht
Slide 13 - Quiz
Deze tekst is een ...
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Activerende tekst
Slide 14 - Quiz
Beeld en opmaak zijn vooral belangrijk bij...
A
informerende teksten
B
amuserende teksten
C
overtuigende teksten
D
activerende teksten
Slide 15 - Quiz
Tekstsoort?
A
Informatieve tekst
B
Activerende tekst
C
Instructie
D
Amuserende tekst
Slide 16 - Quiz
Wat voor soort activerende tekst zie je hier?
A
affiche
B
reclamefolder
C
uitnodiging
Slide 17 - Quiz
Wat voor soort activerende tekst zie je hier?
A
affiche
B
reclamefolder
C
uitnodiging
Slide 18 - Quiz
Een schrijver houdt rekening met beeld en opmaak als hij zijn tekst plaatst op een bladzijde. Welke van de volgende mogelijkheden is geen voorbeeld van beeld en opmaak?
A
de keuze van de plaatjes bij een tekst
B
de verdeling van de tekst in alinea's
C
de keuze van de soort letters
D
de verdeling van de tekst over de bladzijde
Slide 19 - Quiz
-Beeld en opmaak- Waarom staat deze afbeelding bij de tekst? (Marco)
A
Voor de lol
B
Om de tekst beter te begrijpen
C
Om nieuwe informatie bij de tekst te geven
D
Om de tekst aantrekkelijker te maken
Slide 20 - Quiz
Wat wordt bedoeld met het opmaken van de tekst?
A
Er wordt bedoeld welke lettertype de tekst heeft.
B
Er wordt bedoeld dat er gebruik gemaakt wordt van korte zinnen.
C
Er wordt bedoeld hoe een tekst er uit ziet.
D
Er wordt bedoeld met welke kleuren je rekening moet houden.