psychofarmacologie

psychofarmacologie
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

psychofarmacologie

Slide 1 - Slide

 Inleiding

Definitie van psychofarmacologie :
Psychofarmacologie is een tak van de farmacologie die zich richt op het bestuderen van de effecten van psychoactieve stoffen op het menselijk brein en gedrag. 

Slide 2 - Slide

Het belang van psychofarmacologie in de behandeling van psychische aandoeningen
Effectieve behandelingsopties
Vermindering van symptomen
Herstel bevorderen
Behandelingspersonalisatie:

Slide 3 - Slide

Geschiedenis van psychofarmacologie

Belangrijke mijlpalen en ontwikkelingen in het veld
1950-1960: Antipsychotica ontdekt - In de jaren '50 en '60 werden de eerste antipsychotica ontdekt, zoals chloorpromazine, die effectief waren bij de behandeling van symptomen van schizofrenie en andere psychotische stoornissen.

Slide 4 - Slide

1970-1980:
 Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) - In de jaren '70 en '80 werden SSRI's, zoals fluoxetine (Prozac), geïntroduceerd als een nieuwe klasse van antidepressiva die specifiek gericht waren op het verhogen van de beschikbaarheid van serotonine in de hersenen. Ze werden al snel een van de meest voorgeschreven medicijnen voor depressie.

Slide 5 - Slide

1980 - 2000
Personalisatie van behandeling en gepersonaliseerde geneeskunde. 
Genetische testen en farmacogenomica hebben het vermogen vergroot om medicatie af te stemmen op het individu, rekening houdend met hun genetische profiel en metabolisme.

Slide 6 - Slide

2000-heden
 Onderzoek naar neuromodulatie 
 Elektroconvulsietherapie (ECT),
 Transcraniële magnetische stimulatie (TMS) en diepe Hersenstimulatie (DBS).

Slide 7 - Slide

Vraag: In welke periode werden de eerste tricyclische anti psychotica geïntroduceerd, die gebruikt werden voor de behandeling van depressie?




Vraag: In welke periode werden de eerste tricyclische antidepressiva geïntroduceerd, die gebruikt werden voor de behandeling van depressie?

A
1940-1950
B
1950-1960
C
1960-1970
D
1980-1990

Slide 8 - Quiz

3 clusters van ziektebeelden in DMS
Cluster A: Excentrieke Cluster
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis (wantrouwen/achterdocht)
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis(geen behoefte aan contact)
  • Schizo typische  persoonlijkheidsstoornis (verborgen boodschappen, genetisch verwant)

Slide 9 - Slide

Cluster B: emotionele/impulsive cluster
  • Borderline: instabiel met stemmingsstoornis
  • Antisociale stoornis: roekeloosheid, impulsief
  • Narcistische stoornis: zichzelf belangrijker, regels n.v.t.
  • Histrionische stoornis: eigen gevoelens aandikken

Slide 10 - Slide

Cluster C: Angstige cluster
  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis (lage eigenwaarde, geen eigen wil)
  • Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis (eigen isolatie, geen contact)
  • Obsessief compulsief persoonlijkheidsstoornis (dwanghandelingen)

Slide 11 - Slide

Klassen van psychofarmaca
Antipsychotica
Antidepressiva
Anxiolytica (angstremmers)
Stemmingstabilisatoren
Stimulantia
Anticonvulsiva
Slaapmiddelen

Slide 12 - Slide

Therapeutische toepassingen
Specifieke psychische aandoeningen en de medicijnen
Voor- en nadelen van psychofarmacologische behandelingen

Slide 13 - Slide

Lithium: stemmingsstabilisator
gebruik bij: 
bipolaire stoornis
manische depressie
cluster hoofdpijn

Slide 14 - Slide

Lithium intoxicatie
* beven van de handen
* praten met een dubbele tong, droge mond
*diarree en hoge mictie (plassen)
* spierzwakte
* dronkenmansloop
* sufheid
*gewichtstoename



Slide 15 - Slide

Seresta (oxazepam): Anxiolytica
  • Vermindert angst en spanning
  • ontspant spieren 
  • verminderd ontwenningsverschijnselen
  • werkt binnen 1 uur, tot 6 à 8 uur
  •  niet langer gebruiken dan 2 maanden (verslavend)

Slide 16 - Slide

Haldol: Antipsychotica
  • Remt dopamine
  • Vermindering van een psychose 
  • Bijwerkingen: bewegingsstoornissen(valgevaar), apathie en sufheid

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Depressie
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's):  fluoxetine (Prozac), sertraline (Zoloft) en escitalopram (Lexapro).
Serotonine-norepinefrine heropnameremmers (SNRI's): venlaTricyclische 
Antidepressiva (TCA's): amitriptyline en nortriptyline.
Atypische antidepressiva: bupropion (Wellbutrin) en mirtazapinefaxine (Effexor) en duloxetine (Cymbalta). (Remeron).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Angststoornissen
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's): dezelfde als bij depressie.
Benzodiazepines: alprazolam (Xanax), lorazepam (Ativan) en clonazepam (Klonopin).
Buspiron (BuSpar): een anxiolyticum zonder de bijwerkingen van sedatie en verslaving die benzodiazepines kunnen veroorzaken.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Schizofrenie
Eerste generatie antipsychotica (typische antipsychotica): zoals haloperidol (Haldol) en chloorpromazine.
Tweede generatie antipsychotica (atypische antipsychotica): zoals risperidon (Risperdal), olanzapine (Zyprexa) en quetiapine (Seroquel)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bipolaire stoornis
Lithium: een stemmingsstabilisator die wordt gebruikt om manische episoden te voorkomen.
Anticonvulsiva: zoals valproïnezuur (Depakote) en lamotrigine (Lamictal), die zowel manische als depressieve episoden kunnen stabiliseren.
Atypische antipsychotica: sommige worden gebruikt voor zowel manie als depressie bij bipolaire stoornis

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

ADHD (Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit)
Stimulantia: zoals methylfenidaat (Ritalin, Concerta) en amfetamine-dextroamfetamine (Adderall).
Non-stimulantia: zoals atomoxetine (Strattera) en guanfacine (Intuniv).

Slide 27 - Slide

Wat zijn de voordelen van psychofarmacologische behandelingen?
A
Effectieve symptoomverlichting
B
Verbetering van lichamelijke fitheid
C
Verhoging van creativiteit
D
stimulatie van sociale vaardigheden

Slide 28 - Quiz

Wat is een van de positieve aspecten van psychofarmaca?
A
Het elimineren van bijwerkingen
B
et vervangen van psychotherapie
C
Verbetering van de sociale situaties
D
Ondersteuning van andere therapieën

Slide 29 - Quiz

Welke voordelen kunnen psychofarmacologische behandelingen bieden bij ernstige psychische aandoeningen?
A
directe genezing van de aandoening
B
Verbetering van de algehele levenskwaliteit
C
verhoging van het IQ
D
Verlenging van de levensverwachting

Slide 30 - Quiz

Wat kan een van de nadelen zijn van psychofarmacologische behandelingen?
A
vermindering sociale presentaties
B
vermindering van creativiteit
C
Afhankelijkheid en tolerantie
D
vermindering van eigen mening

Slide 31 - Quiz

Wat kan een uitdaging zijn bij het gebruik van psychofarmacologische behandelingen?
A
Flexibiliteit in doseringen
B
Snelle genezing van aandoeningen
C
Onmiddellijke resultaten zonder bijwerkingen
D
Het vinden van de juiste medicatie en dosering voor elk individu

Slide 32 - Quiz

Wat kan een potentieel risico zijn van het langdurig gebruik van benzodiazepines?
A
Verbetering van geheugen en concentratie
B
Toename van angstgevoelens
C
Verhoogde creativiteit
D
Afname van slaapduur

Slide 33 - Quiz

Wat zijn mogelijke bijwerkingen van het medicijn lithium, dat vaak wordt gebruikt bij de behandeling van bipolaire stoornis?
A
Slaperigheid en lethargie
B
Gewichtsverlies en verhoogde eetlust
C
Verminderde nierfunctie en dorstgevoel
D
Verhoogde hartslag en nervositeit

Slide 34 - Quiz

Neveneffecten en risico's
Gemeenschappelijke bijwerkingen van psychofarmaca kunnen variëren afhankelijk van het type medicijn en de individuele reactie op de behandeling. Hier zijn enkele veelvoorkomende bijwerkingen die kunnen optreden bij het gebruik van psychofarmaca:

Slide 35 - Slide

Deel 1: Neveneffecten en risico's
Hoofdpijn
Verstoorde slaap (slapeloosheid of overmatige slaperigheid)
Veranderingen in seksuele functie (verminderd libido of seksuele disfunctie)
Tremoren of trillingen
Veranderingen in eetlust
Verstopping of diarree
Veranderingen in bloeddruk of hartslag

Slide 36 - Slide

Deel 2:
Neven effecten en risico's
Slaperigheid of vermoeidheid
Duizeligheid of licht gevoel in het hoofd
Misselijkheid of maagklachten
Gewichtsveranderingen (gewichtstoename of gewichtsverlies)
Droge mond

Slide 37 - Slide

Deel 1:potentiële risico's en waarschuwingen
Bijwerkingen: Zoals eerder genoemd, kunnen psychofarmaca verschillende bijwerkingen veroorzaken. Sommige bijwerkingen kunnen mild zijn, maar andere kunnen ernstiger zijn en het dagelijks functioneren beïnvloeden.

Interacties: Psychofarmaca kunnen interageren met andere medicijnen, waaronder over-the-counter medicijnen, kruidensupplementen of andere voorgeschreven medicijnen.    
Suïcidale gedachten: Bij sommige mensen kunnen bepaalde psychofarmaca, vooral in de beginfase van de behandeling, suïcidale gedachten of gedrag veroorzaken. Dit is een belangrijke zorg en vereist nauwlettende monitoring en ondersteuning.

Slide 38 - Slide

Deel 2: potentiële risico's en waarschuwingen
Suïcidale gedachten:  vooral in de beginfase van de behandeling, suïcidale gedachten of gedrag veroorzaken. 
Risico op verslaving:  benzodiazepines en sommige stimulantia

Slide 39 - Slide

Deel 3: potentiële risico's en waarschuwingen
Gebruik bij zwangerschap: gevaar voor de baby
Onttrekkingsverschijnselen: ontwenningsverschijnselen 

Slide 40 - Slide

Deel 4: potentiële risico's en waarschuwingen
Gebruik bij kinderen en adolescenten: omdat hun lichaam en brein nog in ontwikkeling zijn
Overdosering: Het onjuist gebruik of de overdosering van psychofarmaca kan ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, inclusief levensbedreigende situaties.

Slide 41 - Slide

Wat is een belangrijk advies dat je aan een patiënt kunt geven bij het gebruik van psychofarmaca?
A
Overslaan van doses indien nodig om bijwerkingen te verminderen
B
Het wijzigen van de dosering zonder medisch advies.
C
Het melden van zelfmedicatie
D
Stoppen met medicatie als er bijwerkingen optreden

Slide 42 - Quiz

Waarom is het belangrijk om patiënten aan te moedigen vragen te stellen over hun medicatie?
A
Zodat ze hun medicatie kunnen delen met anderen
B
Om hen te helpen om de medicatie op verschillende tijdstippen in te nemen
C
Om hen te betrekken bij hun behandeling en eventuele zorgen te uiten
D
Om hen te informeren over de bijwerkingen van de medicatie

Slide 43 - Quiz

Waarom is het bijhouden van een medicatiedagboek nuttig voor patiënten?
A
Om de medicatievoorschriften te noteren.
B
Om eventuele bijwerkingen te negeren.
C
Om de medicatietijden en eventuele symptomen of bijwerkingen bij te houden
D
Om te stoppen met het innemen van medicatie zonder medisch advies

Slide 44 - Quiz

ontwikkelingen
Gepersonaliseerde geneeskunde en kennisontwikkeling
Neurobiologisch onderzoek
Opkomst van digitale gezondheidstechnologieën
Neuromodulatie
Focus op preventie
Integratieve behandelingen
Decentralisatie van zorg


Slide 45 - Slide

Lijst van gebruikte referenties en bronnen voor verdere studie
Studieboeken over psychiatrie en farmacologie:  Enkele aanbevolen titels zijn "Stahl's Essential Psychopharmacology" van Stephen M. Stahl en "The American Psychiatric Publishing Textbook of Psychopharmacology" van Alan F. Schatzberg en Charles B. Nemeroff.

Wetenschappelijke tijdschriften en onderzoeksartikelen: Raadpleeg gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften zoals JAMA Psychiatry, The American Journal of Psychiatry, en Biological Psychiatry voor recent onderzoek en artikelen over psychofarmacologie en geestelijke gezondheid.
Websites van medische organisaties: Websites van organisaties zoals de American Psychiatric Association (APA), het National Institute of Mental Health (NIMH), en de World Health Organization (WHO) bieden waardevolle informatie over psychofarmacologie en geestelijke gezondheid.


Slide 46 - Slide

Literatuur internet
Website Parnassiagroep

Slide 47 - Slide