Weer1

Extreem weer - Introductie
Ga rustig zitten op je plek
Pak je iPad en boek alvast op tafel

Startvraag: wat was het verschil tussen 'weer' en 'klimaat'?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Extreem weer - Introductie
Ga rustig zitten op je plek
Pak je iPad en boek alvast op tafel

Startvraag: wat was het verschil tussen 'weer' en 'klimaat'?

Slide 1 - Slide

In dit onderwerp:
We leren over vormen van extreem weer (dus bijvoorbeeld heel heftige regenval).

We leren waar op de wereld zulke weersomstandigheden voorkomen, en waarom juist daar.

We leren over de gevolgen van extreem weer in die gebieden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De video gaat over de moesson.

De moesson ontstaat vanwege een verschil tussen hoge druk en lage druk in de lucht. Als daardoor een aanlandige wind ontstaat, krijg je veel neerslag.

Slide 4 - Slide

Deze les leren we...
...de belangrijke begrippen van dit thema.
Je kunt laten zien dat je de bijbehorende begrippen kunt definiëren vanuit een bron, deze kunt koppelen aan je eigen leefomgeving/actualiteit en kunt illustreren.

Deze begrippen ga ik uitleggen:
Moesson, hoge druk, lage druk, aanlandige wind, aflandige wind.

Slide 5 - Slide

Om te beginnen: waar komt wind vandaag?
Lage druk: een tekort aan lucht. Hier zijn weinig luchtdeeltjes.
Hier komt een teveel aan lucht. De deeltjes moeten ergens heen en gaan opzij.
Verderop kan de lucht weer dalen.
Hoge druk: hier is een teveel aan luchtdeeltjes. De deeltjes moeten ergens naartoe.
Tussen een hoge- en lagedrukgebied ontstaat een windstroom.

Slide 6 - Slide

Rond de evenaar (waar de zon recht op de aarde staat) is het altijd warm en stijgt de lucht op.

Bij het gebied waar de zon het meest recht op de aarde schijnt, is dus altijd een lagedrukgebied.

Slide 7 - Slide

Máár: omdat de aarde gekanteld staat, schijnt de zon niet altijd exact op de evenaar.

In onze zomer ligt dat punt iets boven de evenaar. In onze winter ligt dat punt iets onder de evenaar.

Slide 8 - Slide

Nu zoomen we in op India. Waarom wisselt de windrichting daar twee keer per jaar?

Slide 9 - Slide

Deze winden, die elk halfjaar van richting veranderen, noemen we moessons.

In het seizoen dat de wind van zee komt (aanlandige wind), komt er vochtige lucht boven land. Je krijgt dan een halfjaar lang veel neerslag.

Slide 10 - Slide

Bij een aflandige wind komt er droge lucht vanaf land. Er valt dan veel minder neerslag.

Gevolg: een plaats als Bombay (Mumbai) heeft een Aw-klimaat.
Tropisch met een droge periode in de winter.

Slide 11 - Slide

Dit hebben we geleerd:
Wat hoge druk en lage druk betekenen, en waarom daartussen wind ontstaat.
Waarom rond de evenaar de windrichting elk halfjaar wisselt (de moesson).
Waarom in India het ene halfjaar de moesson nat is, en het andere halfjaar droog.

Let op: van Weer1 heb ik twee begrippen (orkaan en tornado) nog niet uitgelegd. Dit doe ik de volgende les.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Check eerst of je grijze of oranje doelen hebt waar je aan moet werken.
Werk daarna aan leerdoel Weer1.
Hoe? Volg de opdracht in Classroom. Maak voor elk nieuw leerdoel zelf een nieuw document aan, en sla deze op in de juiste map.
Gebruik: De LessonUp, je Basisboek, Google.
Met wie? Help elkaar gerust op weg, maar lever individueel in.
Vragen? Ik loop rond om te helpen.
Klaar? Werk verder aan de volgende doelen van onderwerp Weer.

Slide 13 - Slide

Weer1
Ga rustig zitten op je plek.
Pak alvast je spullen op tafel.

Startvraag: waarom wisselt de windrichting rond de evenaar twee keer per jaar?

Slide 14 - Slide

Dit gaan we leren:
Vorige les: hoge en lage druk, aan- en aflandige wind, moesson.

Deze les: het ontstaan van orkanen en tornado's.

Ben je al verder dan doel Weer1? Werk dan stil verder terwijl ik de klassikale uitleg doe.

Slide 15 - Slide

We leerden dat rond de evenaar altijd een lagedrukgebied is omdat het daar warm is. Lucht stijgt daar op.

Als dat boven de oceaan gebeurt, verdampt er ook veel water. Dat stijgt op en vormt wolken.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Het zeewater moet heel warm zijn voordat een orkaan kan vormen. Daarom ontstaan orkanen bijna allemaal rond de evenaar.

Als er geen water meer bij komt, stopt de orkaan vanzelf. Daarom houdt ie boven land uiteindelijk op.

Slide 18 - Slide

Orkanen en tornado's worden vaak door elkaar gehaald.

Wat is de overeenkomst tussen een orkaan en een tornado?

Wat is het verschil?

Slide 19 - Slide

Wanneer koude en warme lucht botsen, stijgt de warme lucht heel snel op. Er komt dan vaak een onweerswolk.

Wind kan ervoor zorgen dat de stijgende warme lucht gaat ronddraaien - er ontstaat een tornado.

Slide 20 - Slide

In het midden van de VS (Tornado Alley) zijn veel tornado's omdat daar koude en warme lucht vaak botsen.

Slide 21 - Slide

Dit hebben we geleerd:
Hoe orkanen en tornado's ontstaan.

Wat de overeenkomsten en verschillen tussen orkanen en tornado's zijn.

Waar orkanen en tornado's ontstaan, en waarom juist daar.

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Check eerst of je grijze of oranje doelen hebt waar je aan moet werken.
Werk daarna aan leerdoel Weer1.
Hoe? Volg de opdracht in Classroom. Maak voor elk nieuw leerdoel zelf een nieuw document aan, en sla deze op in de juiste map.
Gebruik: De LessonUp, je Basisboek, Google.
Met wie? Help elkaar gerust op weg, maar lever individueel in.
Vragen? Ik loop rond om te helpen.
Klaar? Werk verder aan de volgende doelen van onderwerp Weer.

Slide 23 - Slide