Toets HV2 H7 procentuele groei

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Onderzoek welke van de vier tabellen bij een exponentiële groei horen. Licht je antwoord toe. 

Stel bij tabel A en D een formule op.

Vermeld wat er op de plekken A t/m F in de tabel ingevuld moet worden.

Marit heeft een regenmeter in de tuin staan. In juni was er in de regenmeter van Marit 65 mm regen gevallen. Dat is 25% meer dan het aantal mm regen dat er was gevallen in mei.

Hoeveel mm regen is er in mei gevallen?

Geef de beginhoeveelheid en de groeifactor van beide formules.

Geef bij beide formules aan of de grafiek stijgend, dalend of constant is.

Bereken voor de formules de uitkomst bij t = 3 en bij t = 5.

In de tabel staat een aantal landen met het aantal inwoners.
Noteer het aantal inwoners van Nederland, Zweden en Malta in de standaardvorm. Rond af bij 2 decimalen

In de tabel staat een aantal landen met het aantal inwoners.
Noteer het aantal inwoners van Frankrijk, Ierland en Luxemburg als gewoon getal.

Met hoeveel procent groeide de populatie rendieren in de periode van 1955 tot en met 1959 ongeveer per jaar?

Geef een formule met R het aantal rendieren en t de tijd in jaren. Kies 1955 als t=0

Hoeveel rendieren waren er in het jaar 1954? 

In welk jaar bereikte de populatie rendieren voor het eerst een aantal van meer dan 7000 rendieren?