2.3 Massa's van bouwstenen

Positief ion
Negatief ion
Elektronen opnemen geeft een
Elektronen afstaan geeft een
Metaalatoom vormt een
Een niet-metaalatoom vormt een
1 / 24
next
Slide 1: Drag question
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Positief ion
Negatief ion
Elektronen opnemen geeft een
Elektronen afstaan geeft een
Metaalatoom vormt een
Een niet-metaalatoom vormt een

Slide 1 - Drag question

2.3 Massa's van bouwstenen

Slide 2 - Slide

Rutherford en Bohr
Atoommodel van Rutherford     en      Atoommodel van Bohr





Beide moet je kunnen omschrijven

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Atomaire massa-eenheid
                                                       (zie ook BINAS Tabel 7B)

Een zuurstofatoom heeft een Relatieve atoommassa van
16,00 u
Hoeveel kg weegt dan 1 zuurstof atoom?: 
16,001,661027kg=2,6561026kg
1u=1,661027kg
1u=0,00000000000000000000000000166kg

Slide 9 - Slide

Atoommassa (A)
Massa proton = 1,0 u
Massa neutron = 1,0 u
Massa elektron = 0,00055 u

  • Massa elektronen is dus verwaarloosbaar!
  • De massa van atoom wordt bepaald door de massa van de kern!

Slide 10 - Slide

Massagetal versus Atoommassa
Massagetal: is het totaal aantal kerndeeltjes (protonen en neutronen samen), een getal zonder eenheid

Atoommassa: de massa van het atoom uitgedrukt in Atomaire Massa Eenheden (u)


Slide 11 - Slide

Gemiddelde atoommassa
Hoe komen ze nu aan die atoommassa in Binas tabel 99 ?

Zie Binas tabel 25 (Isotopen)

De atoommassa in periodiek systeem is de gemiddelde massa van de isotopen.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld.       Gemiddelde atoommassa van magnesium




(78,99 x 23,98504) + (10,00 x 24,98584) + (11,01 x 25,98259)   /   100
                                     
=   24,30505026 = 24,31 u

Slide 13 - Slide

Ionmassa
Wat is het verschil tussen een ion en een atoom?

Slide 14 - Slide

Ionmassa
De ionmassa is gelijk aan de atoommassa.
Het verschil tussen een ion en atoom is immers één of meer elektronen. En deze hebben een verwaarloosbare massa.

Massa O = 16,00 u
Massa O2- = 16,00 u

Slide 15 - Slide

Atoommassa's (A) en molecuulmassa's (Mw)
  • Atoommassa kun je aflezen in het Periodiek systeem 
  • Ionmassa = atoommassa

  • Molecuulmassa kun je niet aflezen...
  • -> Berekenen
  • -> Door atoommassa's van atomen bij elkaar op te tellen.
  • Het symbool is Mw

Slide 16 - Slide



Stappenplan:
  1. Schrijf de molecuulformule op
  2. Zoek de atoommassa's in periodiek systeem op
  3. Tel alle atoommassa's bij elkaar op


Voorbeeld:
Molecuulmassa van ammoniak
  1.   NH3
  2. atoommassa N = 14,007 u atoommassa H = 1,008 u
  3. 1 x N: 1 x 14,007 = 14,007 u  3 x H: 3 x 1,008 = 3,024 u molecuulmassa ammoniak is 14,007 + 3,024 = 17,031 u
Molecuulmassa berekenen

Slide 17 - Slide

Wat is de molecuulmassa van:
Mw AlCl₃
1 x Al = 1 x 26,98   = 26,98 u
3 x Cl = 3 x 35,45  = 106,35
                                         133,33 u 

Let op ! Op de toets ook zo opschrijven !! Dus elke stap !
(Controleer je antwoord met Tabel 98 in je Binas)
Bij optellen/aftrekken rond je af op minste aantal decimalen! (SIGNIFICANTIE)

Slide 18 - Slide

Wat is de som van deze twee meetwaarden?
13,2 + 6,195 = ...
A
19
B
19,3
C
19,4
D
19,395

Slide 19 - Quiz

Wat is de molecuulmassa van zuurstof?
A
16,00 u
B
15,999 u
C
31,998 u
D
32,00 u

Slide 20 - Quiz

De molecuulmassa van water is:
A
18,016 u
B
16,00 u
C
1,008 u
D
3 u

Slide 21 - Quiz

Wat is de molecuulmassa van CaCO3?
A
90 u
B
100 u
C
110 u
D
120 u

Slide 22 - Quiz

Wat is de gemiddelde atoommassa van Silicium volgens tabel 25A?
A
28,09
B
27,15
C
29,98
D
28,98

Slide 23 - Quiz

Huiswerk
  • Maken 2.3: 34,40,43,47,50
  • Lezen 2.3

Slide 24 - Slide