Spelling

1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Spelling
Vandaag gaan we woorden met ch en cht herhalen! 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

👀
Kijk naar het woord b o cht.
Er staat een korte klank voor de - cht! 
Je schrijft - cht na een korte klank! 

Behalve bij: De kip ligt in het hok, ze legt een ei en zegt : ik ben blij! 🐓
( ligt, legt en zegt! )

Slide 4 - Slide

Niet scheef maar …..
A
Regt
B
Rechgt
C
Recht
D
Recgt

Slide 5 - Quiz

Dat moet je …… niet doen!
A
Tog
B
Togh
C
Toch
D
Tochg

Slide 6 - Quiz

Doe de deur even ……
A
Digt
B
Dichgt
C
Dicht
D
Digit

Slide 7 - Quiz

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, …..
A
Acgt
B
Acht
C
Achgt
D
Agt

Slide 8 - Quiz

De hond heeft een zwarte ……
A
Vacgt
B
Vagcht
C
Vagt
D
Vacht

Slide 9 - Quiz

Dat meisje heeft een mooie ….
A
Lach
B
Lachg
C
Lag
D
Lacg

Slide 10 - Quiz

Maak les  2 .
Ben je klaar maak je nog 20 opgaven op het plusje! 
Daarna nog 20 opgaven op het werkpakket 😜

🍀🍀🍀

Slide 11 - Slide