3.4.1 Je kunt duurzaam energieverbruik uitleggen aan de hand van een energiestroomdiagram.
3.4.2 Je kunt het rendement berekenen op basis van energie.
3.4.3 Je kunt het rendement berekenen op basis van vermogen.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3.4 Rendement
3.4.1 Je kunt duurzaam energieverbruik uitleggen aan de hand van een energiestroomdiagram.
3.4.2 Je kunt het rendement berekenen op basis van energie.
3.4.3 Je kunt het rendement berekenen op basis van vermogen.
Slide 1 - Slide
Voorkennis
Introductie
Zuinig zijn met elektrische en chemische energie heeft verschillende voordelen. Je kunt er geld mee besparen, de voorraden aardgas en steenkool raken minder snel op en je helpt milieuproblemen te verminderen.
Slide 2 - Slide
Het energie-stroomdiagram van een gloeilamp.
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt. Hier dus 5 %
Slide 3 - Slide
Er gaat vijf keer minder energie in, maar de lamp geeft toch evenveel licht. Het rendement is vijf keer zo groot als bij de gloeilamp.
Slide 4 - Slide
Rendement berekenen
Bij sommen met energie gebruik je de formule met E en bij vermogen met P.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Het rendement van een cv ketel.
Slide 9 - Slide
De verbandingswarmte van aardgas is 32 MJ/
Als je 1 aardgas verbrandt komt er 32 MJ warmte vrij.
De totale energie die vrijkomt kun je uitrekenen met:
m3
m3
Slide 10 - Slide
De nuttige energie is de energie die naar het water gaat en kun je uitrekenen met:
Q = c x m x ΔT
c= soortelijke warmte van water, dus 4,18 J/g°C
m = massa van het water in gram
ΔT = het temperatuursverschil in °C
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Belang lesdoel
Vrijwel iedereen heeft (nog) een c.v. ketel.
Dit zijn belangrijke opdrachten bij de toets die veel punten opleveren.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Controle van begrip
1 Een zonnepaneel levert 200 W elektrisch vermogen. Er valt zonlicht met een vermogen van 1280 W op.
a Teken het energie-stroomdiagram.
b Bereken het rendement.
Slide 17 - Slide
Bereken het rendement van de energieomzettingen.
Slide 18 - Slide
Een combiketel verbrandt in 10 min 0,30 m3 aardgas. In die 10 min wordt er 28 L water verwarmd van 15 °C tot 85 °C.
a Bereken hoeveel warmte bij de verbranding van het aardgas vrijkwam.
b Bereken hoeveel warmte er door het verwarmde water is opgenomen.
c Bereken hoe groot het rendement van de combiketel is.
Slide 19 - Slide
a) De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3.
Er is dus 0,30 m3× 32 MJ/m3= 9,6 MJ vrijgekomen.
b) ΔT= 85 – 15 = 70 °C m= 28.000 g
Q=c∙m∙ ΔT= 4,2 × 28.000× 70 ≈ 8,2∙10 MJ
c)
Slide 20 - Slide
Een elektrische flessenwarmer heeft een vermogen van 80 W. Het duurt 8,5 min voor de temperatuur van de 200 g water in de zuigfles gestegen is van 7 °C tot 37 °C.