5.3 en 5.4 Rekenen aan reactiesnelheid en de Reactiesnelheid (Botsende deeltjesmodel)

5.3 Rekenen aan reactiesnelheid
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Rekenen aan reactiesnelheid

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt snel uit een diagram de reactiesnelheid halen.
  • Je kunt snel de reactiesnelheid berekenen

Slide 2 - Slide

Deze les

  • Uitleg diagrammen reactiesnelheid
  • Maken ...
  • Uitleg reactiesnelheid berekenen 
  • Maken vragen ...

Slide 3 - Slide

Reactiesnelheid 
Voorbeeld: 2 NH3 --> N2 + 3 H2

  • Begin reactie 0 mmol H2
  • Lijn q geeft mmol H2 aan op einde reactie.
  • Reactiesnelheid begint hoog, neemt af in de tijd. Bij q is reactiesnelheid 0.

Slide 4 - Slide



Op tijdstip t is de reactie klaar. Welk diagram geeft de juiste weergave?
A
Diagram A
B
Diagram B
C
Diagram C
D
Diagram D

Slide 5 - Quiz

Wat is de werking van stof X?
A
Reactiemengsel afkoelen
B
Werkt als katalysator
C
Levert ook zuurstof
D
Verbruikt zuurstof

Slide 6 - Quiz

Even oefenen (max 5 minuten)

  • Maken opdracht 3

Slide 7 - Slide

3. Gemiddelde reactiesnelheid
De vorming van HI (g) uit de niet-ontleedbare gasvormige stoffen H2 en I2.
Gegevens:  V = 5,0 L;       t = 80 sec;       n(HI)t80 =7,0 mol HI
  1. H2 (g) + I2 (g) --> 2 HI (g)
  2. sgem:  7,0/2 mol H2-gas = ∆n/∆t = 3,5/80 = 4,375.10-2 mol/sec
mol. L-1.s-1  =>
L.smol

Slide 8 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
a. Bereken de reactiesnelheid tussen 0 en 80 minuten.

 
reactiesnelheid= 100 mL/ 80 min
= 1,25 mL/min
= 1,25/60 =0,021 ml/s

Slide 9 - Slide

Reactiesnelheid berekenen
  • Gemiddelde reactiesnelheid
  • Naast mL s-1 kom je ook mol s-1 en mol L-1 s-1 vaak tegen.
  • (welke eenheid is afhankelijk van de situatie)  



Slide 10 - Slide

Voorbeeld: 2 A (g) -> B (g)
Gegevens: [A] daalt in 8,40 minuten van 0,200 M naar 0,166 M.
Bereken de gemiddelde reactiesnelheid waarmee stof A wordt omgezet.

t = 8,40 min * 60 = 504 s
[A] = 0,200-0,166=0,034 M      
s (A)= 0,034 M / 504 s = 6,8 mol L-1 s-1 


Slide 11 - Slide

Voorbeeld: Mg + 2 H+ -> Mg2+ + H2
Bereken de gemiddelde reactiesnelheid tussen 10 en 20 seconden voor het ontstaan van H2. Geef je antwoord in mL s-1.

V= 67 - 42 = 25 mL
t = 20 - 10 = 10 s
s = 25 mL / 10 s = 2,5 mL s-1




    Slide 12 - Slide

    Botsende deeltjesmodel

    Slide 13 - Slide

    Lesdoelen
    • Je leert welke 3 factoren nodig zijn voor een effectieve botsing en dus tot een reactie leiden.

    • Je leert welke 5 factoren invloed hebben om de reactiesnelheid.

    Slide 14 - Slide

    Deze les

    • Vragen over het huiswerk?
    • Filmpje botsende deeltjesmodel
    • Uitleg botsende deeltjesmodel
    • Maak vraag 2, 3, 4 en 6 van 5.4

    Slide 15 - Slide

    Deeltjesmodel

    Slide 16 - Slide

    Filmpje botsende deeltjesmodel
    Let goed op tijdens het filmpje en beantwoord de vraag:

    1. Wat is nodig voor een effectieve botsing, dus een reactie?

      Slide 17 - Slide

      Slide 18 - Video

      Dus wat is nodig voor een effectieve botsing?

      Slide 19 - Open question

      Voor een effectieve botsing:
      • Moeten de deeltjes in de gelegenheid zijn om tegen elkaar te botsen;
      • Moet de totale energie van de stoffen voldoende hoog zijn;
      • Moet de ruimtelijke orientatie van de deeltjes juist zijn.



      Slide 20 - Slide

      Slide 21 - Video

      Filmpje botsende deeltjesmodel
      Let goed op tijdens het filmpje en beantwoord de vraag:

      2. Hoe kun je een reactie versnellen?

      Slide 22 - Slide

      Slide 23 - Video

      Welke factoren hebben invloed op de reactiesnelheid?

      Slide 24 - Open question

      Factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid 

      • Soort stof
      • Concentratie (hoeveelheid stof, volume, druk)

      • Temperatuur 
      • Verdelingsgraad 
      • Aanwezigheid katalysator



      Slide 25 - Slide

      Invloed katalysator

      Slide 26 - Slide