Hoofdstuk 13 - Gaswisseling en uitscheiding

Hoofdstuk 13 - Gaswisseling en uitscheiding
BINAS tabellen 82D, 83, 85, 87A-B
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 13 - Gaswisseling en uitscheiding
BINAS tabellen 82D, 83, 85, 87A-B

Slide 1 - Slide

13.1
1. Je beschrijft de weg die de lucht aflegt in de ademhalingsorganen.

2. Je beschrijft de functies van het slijmvlies en de trilharen bij de ademhaling.
3. Je beschrijft de bijdrage van verschillende spieren aan de ventilatiebewegingen.
4. Je beschrijft verschillende longvolumes.


Slide 2 - Slide

Ademhalingsstelsel
  • Bloedvaatjes in neusholte warmen koude lucht op, er zit dan ook meer waterdamp in de lucht
  • Kraakbeenringen houden luchtpijp open
  • Slijmvlies luchtwegen vormt  plaklaag voor stof en bacteriën, trilharen voeren slijm af naar keelholte

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Adembewegingen
  • Inademing: middenrif spieren en buitenste tussenribspieren, luchtdruk daalt
  • Uitademing: middenrif spieren ontspannen, luchtdruk stijgt

Slide 5 - Slide

Interpleurale ruimte
  • Dunne laag vloeistof in ruimte tussen longvlies en borstvlies

Slide 6 - Slide

Respirogram
  • V = ademvolume
  • RV = restvolume
  • VC = vitale capaciteit
  • TC = totale longcapaciteit

Slide 7 - Slide

13.2
5. Je legt uit hoe de gaswisseling in de longblaasjes plaatsvindt.
6. Je herkent de factoren die van invloed zijn op de gaswisselingssnelheid.
7. Je beschrijft hoe het ademcentrum de ademhaling regelt.
8. Je legt uit hoe astma en COPD de gaswisseling beïnvloeden.


Slide 8 - Slide

Gaswisseling
  • Snelle diffusie CO2 en O2 door groot concentratie verschil, kleine diffusieafstand, groot diffusieoppervlak
  • Dode ruimte 

Slide 9 - Slide

Ademhalingscentrum
  • Regeling van ademhaling door groep zenuwcellen  in hersenstam
  • Reageert op pH en CO2-concentratie door chemoreceptoren

Slide 10 - Slide

13.3
9. Je beschrijft de invloed van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel op de homeostase van het inwendige milieu.

10. Je beschrijft de temperatuurregulatie van het lichaam.
11. Je beschrijft hoe het lichaam de samenstelling van de weefselvloeistof constant houdt.
12. Je benoemt de uitscheidingsorganen in het lichaam en beschrijft hun functie.


Slide 11 - Slide

Homeostase
  • Vermogen om inwendig milieu voor cellen zo constant mogelijk te houden
  • Bloed, weefselvloeistof, lymfe en cytoplasma vormen inwendig milieu
  • Zintuigcellen nemen veranderingen waar
  • Hypothalamus controleert of deze veranderingen binnen norm vallen
  • Negatieve terugkoppeling
  • Dynamisch evenwicht

Slide 12 - Slide

Regeling lichaamstemperatuur
  • Haarvaten in huid
  • Schildklier produceert hormonen die voor meer verbranding zorgen
  • Zweet zorgt voor verdamping (exocriene klieren)
  • Hypothalamus regelt lichaamstemperatuur met behulp van temperatuurreceptoren

Slide 13 - Slide

Uitscheidings stelsel
  • Nieren, huid, longen, lever
  • Longen ademen waterdamp uit
  • Lever maakt gal, komt in darmen terecht. Gal kleurstof en ureum door nieren uitgescheiden 

Slide 14 - Slide

13.4
13. Je beschrijft de bouw en werking van een nier en de weg waarlangs urine je lichaam verlaat.

14. Je beschrijft hoe voorurine en urine ontstaan.
15. Je legt de invloed van het hormoon ADH op de osmotische waarde van het bloed en de bloeddruk uit.

Slide 15 - Slide

Nieren
  • Uitscheiding afvalstoffen (ureum), lichaamsvreemde stoffen (medicijnen), overtollig water en zouten
  • Osmotische waarde inwendig milieu constant houden

Slide 16 - Slide

Bouw nieren
  • In nierschors en niermerg liggen nefronen
  • Nefronen bestaan uit nierbuisjes
  • Nefron begint met glomerulus in kapsel van Bowman
  • In glomerulus vindt ultrafiltratie plaats vanwege bloeddruk, vormt voorurine
  • Voorurine vanuit kapsel van Bowman naar eerste gekronkelde deel nierbuisje
  • Via dalend en stijgend deel van lis van Henle  naar verzamelbuisje

Slide 17 - Slide

Terugresorptie
  • Eerste gekronkelde deel resorbeert glucose, aminozuren en zouten. Actief transport, osmotische waarde in weefselvloeistof stijgt, water volgt uit voorurine door osmose
  • In dalend been lis van Henle water terug naar bloed, in stijgend been NaCl
  • Tweede gekronkelde deel NaCl en HCO3 terug naar bloed. Door osmose volgt water. ADH beïnvloedt dit deel.

Slide 18 - Slide

13.5
  • Onderdelen en functie ademhalingsstelsel
  • Luchtdruk en ademhaling
  • Ademvolumes
  • Gaswisseling in longblaasjes
  • Regeling ademhaling 
  • Homeostase
  • Regeling lichaamstemperatuur'
  • Uitscheidingsstelsel
  • Werking nieren

Slide 19 - Slide