Herhaling 3.1 t/m 3.7

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Moesson check H3A

Plaats de luchtdrukgebieden:

Lage luchtdruk

Hoge luchtdruk

hoge luchtdruk 

lage luchtdruk

luchtdruk

luchtdruk

lage luchtdruk

hoge luchtdruk

hooggebergte

zee winden

hoge luchtdruk

hoge luchtdruk

lage luchtdruk

lage luchtdruk

Op hoge breedte (60-90 graden) is het...

1. warmer, doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
2. kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
3. kouder, omdat daar de lucht ijler is
4. kouder, doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Lucht stroomt van:

1. Lagedruk naar hogedruk
2. Hogedruk naar lagedruk

Op het noordelijk halfrond is er een afwijking naar:

1. Links
2. Rechts
3. Noord
4. Zuid

Op de locatie van de ITCZ is er:

1. Droogte
2. Veel neerslag
3. Veel wind
4. Sneeuw

Maak de juiste combinaties door ze naar elkaar te slepen

Evenaar

keerkringen (woestijn)

gematigde breedten

Noord- en Zuidpool

ITCZ

Warm hogedrukgebied

instabiele lagedruk-gebieden

koud hogedruk-gebied

Wanneer valt de meeste neerslag in Darwin, Australië 13 graden ZB?

1. Maart
2. Juli
3. September
4. Januari

Hoe noemen we de periode met veel neerslag in India?

1. Passaten
2. ITCZ
3. Moesson
4. Zomer

Moessons ontstaan doordat de ITCZ verschuift tussen de keerkringen: soms iets boven en soms iets onder de evenaar

1. waar
2. niet waar

Uit welke maand zal dit nieuwsbericht zijn?

1. December
2. Maart
3. Juli
4. Oktober

In Augustus is in Mumbai de windrichting. (gebruik de kaarten en tekening uit de vorige slides)

1. Noordoosten
2. Noordwesten
3. Zuidoosten
4. Zuidwesten

Leg met behulp van het begrip hoge luchtdruk uit hoe het kan dat op 30 graden NB en ZB vaak woestijngebieden voorkomen.