Samenwerken of alleen werken

1 / 17
next
Slide 1: Video

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Wat gaat er mis?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent voor jou "samenwerken?"

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Werk je liever alleen of samen?
A
Alleen
B
Samen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is belangrijk als je samen moet werken?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat hoort bij samenwerken?
A
hulp vragen.
B
mijn taken niet uitvoeren
C
een ander helpen
D
als ik klaar ben met de opdracht ga ik wat voor mij zelf doen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werk ik het beste samen?
A
ik vraag geen hulp
B
ik help een collega alleen als hij er om vraagt
C
ik voer mijn opdracht gedeeltelijk uit.
D
ik probeer mijn collega's zoveel mogelijk te helpen maar zorg wel dat mijn taak af is

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Samenwerken doe ik alleen als:
A
ik gevraagd word
B
ik er zin in heb
C
ik tijd over heb
D
ik zie dat een collega hulp kan gebruiken.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Aan welke beroepen denk
jij bij 'samenwerken?'

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

 De voordelen van samenwerken
- jullie zijn sneller klaar
- 2 weten meer dan 1
- je kunt elkaar aanmoedigen
- het is gezellig

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is samenwerken handig
- Als je een grote opdracht hebt die veel tijd kost.
- Als het belangrijk is om de mening van meer mensen te horen.
- Als het een opdracht is die voor meer mensen belangrijk is.
- Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en daar kun je gebruik       
   van maken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: bekertjes stapelen
Groepen van 4 of 5 leerlingen.
1 elastiekje met daaraan vastgeknoopt 4 of 5 touwtjes van dezelfde lengte.
6 bekertjes

Opdracht: Maak de toren van de bekertjes (zie afbeelding) 

Afspraak: Je mag de bekertjes niet aanraken om ze te stapelen.

Uitvoering:
Leerlingen moeten de touwtjes straktrekken om een bekertje te “vangen” en te stapelen. 


Evaluatie: 
Waarom ging het samenwerken wel of niet goed? Raakte je gefrustreerd en wat deed je toen? 


Slide 14 - Slide

Bespreken: zie samenwerken 2
o.a. 
Hoe gaat het met jou als iets niet lukt?
Hoe gaat het als het samenwerken lastig gaat?
Wat maakt dat los bij jou?
Wat ga je dan doen?
Hoe ga je om met medeleerlingen die op een bepaalde manier reageren (wat vind je lastig / wat denk-voel-doe je dan)?

vragen
- Wie heeft de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- hoe ging het en waarom?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vul de opdrachten 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions