les 5 - 23/27 - 05

BIENVENIDOS
Hoy es el veinticuatro de mayo
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BIENVENIDOS
Hoy es el veinticuatro de mayo

Slide 1 - Slide

Planificación
Tarea 3
* explicación
* ejercicios
* nakijken

vul GPL-Tool in

¿Qué aprendiste hoy?

10 min
15 min
5 min


5 min

5 min

Slide 2 - Slide

Vamos a escuchar y leer
Pág 99 ejercicio 3
Escuchad al audio

Ahora leemos juntos


Slide 3 - Slide

Ahora vais a leer el texto (in stilte)
- markeer de werkwoorden en schrijf deze in je schrift

después tenéis que responder a las preguntas

¿Listos? Leed la explicación en la página 100

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Las respuestas ej 3
a. un álbum de fotos antiguas
b. que su abuelo está muy joven y quiere saber por qué va vestido de esa manera 
c. no, al principio no le cree, pero después sí y le pide más cosas
d. que la vida era más difícil
e. no, cree que solo hay que trabajar duro
f. hacía fiestas en las casas de los amigos o iba al río

Slide 5 - Slide

Tarea 3
- gewoonten, personen en objecten in het verleden beschrijven met de pretérito imperfecto
- ken ik de signaalwoorden die horen bij de pretérito imperfecto
- ken ik de regelmatige en de onregelmatige vormen van de pretérito imperfecto

Slide 6 - Slide

El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden, waarvan niet belangrijk is wanneer dit plaatsvond

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal.  

Slide 7 - Slide

Verschillen in de verleden tijd
Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto

Vb. 
- Era un día soleado, estaba sentado en el jardín  cuando sóno el móvil

Slide 8 - Slide

El pretérito imperfecto: verbos regulares
-AR

- aba
- abas
- aba
- ábamos
- abais
- aban
-ER / -IR

- ía
- ías
- ía
- íamos
- íais
- ían

Slide 9 - Slide

El pretérito imperfecto: verbos irregulares
SOLO HAY TRES !!
:

SER

- era
- eras
- era
- éramos
- erais
- eran
IR

- iba
- ibas
- iba
- íbamos
- ibais
- iban
VER

- veía
- veías
- veía
- veíamos
- veíais
- veían

Slide 10 - Slide

Doorlezen
Signaalwoorden pretérito imperfecto

página 27

Slide 11 - Slide

él ( andar).........todas las mañanas una hora.
A
andaba
B
anduve
C
andó
D
andaría

Slide 12 - Quiz

Andrés y Juan( visitar)................el museo.
A
visitaron
B
visitaban
C
visitas
D
visitaba

Slide 13 - Quiz

Usted (aprender)........alemán en el colegio.
A
aprendaba
B
aprendería
C
aprendas
D
aprendía

Slide 14 - Quiz

yo (ser)...........muy guapo de joven.
A
eran
B
soy
C
era
D
fui

Slide 15 - Quiz

Vertaal deze zin met behulp van de imperfecto.
Vroeger danste ik met mijn moeder.

Slide 16 - Open question

Vertaal onderstaande zin.
Elke zaterdag ging ik naar de bioscoop

Slide 17 - Open question

El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden, waarvan niet belangrijk is wanneer dit plaatsvond

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal.  

Slide 18 - Slide

Haz los ejercicios
Página 29 y 30 Moduleboekje

Después los corregimos
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Los deberes
LA

pág 103 ejercicio 4
pág 110 ejercicio 3

Moduleboekje blz 29 / 30

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

¿Qué aprendiste hoy?
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Open question

Hasta la próxima vez

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide