P9 lswk2 - Instructie geven

Hoe zit je erbij?
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ
1 / 20
next
Slide 1: Poll
NederlandsBeroepsopleidingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe zit je erbij?
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 1 - Poll

VANDAAG
  1. OPLOSSING QUIZ VORIGE WEEK
  2. KAHOOT VORIGE WEEK
  3. UITLEG PERSONEEL1
  4. ZELFSTANDIG MODULE SPL
  5. GEEF FEEDBACK 

Slide 2 - Slide

Antwoorden QUIZ:
1. B – Livestream van de Olympische Spelen (zoals de Spelen van 1992 in Barcelona)
2. C – WebEx in 1995 was een van de eerste platforms voor virtuele vergaderingen. 
3. B – Bredere toegang voor een wereldwijd publiek.
4. B – Zoom is wereldwijd een van de populairste platforms voor webinars.
5. B – Een hybride evenement heeft zowel een fysiek als online component.
6. A – De term 'online evenement' werd rond 1994 voor het eerst genoemd.
7. D – Alle bovenstaande technologieĆ«n kunnen gebruikt worden bij online evenementen.
8. A – Gamification wordt vaak gebruikt voor interactieve quizzen en wedstrijden.
9. C – Een breakout room is een kleinere virtuele ruimte binnen een grotere sessie.
10. D – Alle bovenstaande voordelen zijn van toepassing voor sprekers.

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen instructie geven en inwerken? (meerdere antwoorden mogelijk)

A. ꙳

A
Inwerken is een proces waarbij iemand over meerdere dagen begeleid wordt
B
Inwerken richt zich alleen op technische vaardigheden
C
Instructie geven is meestal een eenmalige uitleg van taken
D
Inwerken omvat ook kennismaken met collega’s en de werkcultuur

Slide 4 - Quiz

Geef een praktijkvoorbeeld van
Instructie geven

Slide 5 - Mind map

In stappen:
Vertel eerst wat het onderwerp van de instructie is.
Ook het doel kun je duidelijk maken 
Gebruik niet alleen woorden, maar ook afbeeldingen
Controleer steeds of de ander je nog begrijpt
Controleer aan het eind of de ander de handeling zelfstandig kan uitvoeren... 

Slide 6 - Slide

Onderwerpen voor instructie

Slide 7 - Mind map

Waar ga jij instructie over geven?

Slide 8 - Open question

Werk in tweetallen
Geef een korte beschrijving van alle stappen

MONCHOUTAART

Slide 9 - Slide

Ga nu aan het werk met je eigen presentatie: je gaat een instructie geven over: 

Slide 10 - Slide

Vraag 1: Wat is het belangrijkste doel van een begroting bij het organiseren van een evenement?
A
Zoveel mogelijk geld uitgeven
B
Het volledige budget uitgeven
C
Overzicht houden van alle inkomsten en uitgaven
D
Alleen sponsors zoeken zonder rekening te houden met kosten

Slide 11 - Quiz

Vraag 2: Wat is niet belangrijk om te vertellen in een pitch?
A
Een duidelijke omschrijving van het evenement
B
De visie die je wilt bereiken
C
Een korte uitleg over de verwachte impact en/of opbrengst
D
Uitgebreide details over apparatuur en logistiek ꙳

Slide 12 - Quiz

Vraag 3: Waarom is het belangrijk om vergunningen aan te vragen voor een evenement?
A
Zodat het evenement legaal plaatsvindt en veilig kan verlopen
B
Omdat je verplicht aan de gemeente bent om geld te betalen
C
Om extra kosten te maken zonder voordelen
D
Om je doelgroep te beperken

Slide 13 - Quiz

Vraag 4: Hoe kun je het beste een event promoten?

Slide 14 - Open question

Vraag 5: Hoe bepaal je het doel en de doelgroep van het evenement?

Slide 15 - Open question

Vraag 6: Welke stappen doe je bij het maken van een draaiboek?

Slide 16 - Open question

Vraag 7: Hoe vraag je een vergunning voor een evenement aan?

Slide 17 - Open question

Vraag 8: Hoort crew catering bij personele zaken of bij catering?
A
Personeelszaken
B
Catering

Slide 18 - Quiz

Vraag 9: Wat wordt bedoeld met het evalueren van het evenement?
A
Met opdrachtgever kijken wat beter kan de volgende samenwerking
B
Het achteraf bekijken wat goed ging en beter kan
C
Het verbeteren van de begroting na het evenement
D
Het afbouwen van het evenement

Slide 19 - Quiz

Vraag 10: Welke taken vallen onder het afhandelen van financiƫle, personele en administratieve zaken rondom evenementen?
A
Het maken van de begroting en het verwerken van facturen
B
Het huren van artiesten of producten
C
Het zorgen dat het personeel op tijd is en weet wat ze moeten gaan doen

Slide 20 - Quiz