Leesvaardigheid

English Reading Skills
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

English Reading Skills

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Doe precies wat is gevraagd, niet meer niet minder!!!!  (tip - schrijf dit op)

-Antwoord NIET in Engels behalve als je de antwoord exact van de tekst over moet nemen of moet citeren van de tekst. Geen punten woorden toegekend voor Engelse antwoorden!!!!! 

Slide 5 - Slide

Tips 

-Lees elke vraag twee keer om goed te begrijpen wat je moet doen. 
  • Begrijp je de vraag niet, verspil tijd niet aan de vraag, 
  • zet een - of een ? ernaast 
  • en als er tijd over is, ga terug naar die vraag

Slide 6 - Slide

Tips 
  • Als de vraag luidt ‘schrijf dat woord/die woorden over’, dat betekent dat het antwoord exact van de tekst overgenomen moet worden en ongeveer 1-4 woorden lang is. 
En deze antwoorden niet naar het Nederlands vertalen!!!! 


Slide 7 - Slide

Tips 
Twee antwoorden geven bij een meerkeuze vraag is meteen een foute antwoord. Geef alleen 1 antwoord. 


Slide 8 - Slide

Tegenstelling:
1. But – maar
2. Nevertheless – desalniettemin
3. Even so – toch, desondanks
4. Whereas – daarentegen
5. While – terwijl
6. However - echter

Uitbreiding:
6. And – en
7. Also – ook
3. likewise - net als



Gevolg / conclusie
8. Because – omdat
9. So – daarom, dus
10. Therefore – daarom
11. Consequently - als gevolg van

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Effectief of niet: leesstrategieën
Effectief
Niet effectief
Eerst de hele tekst lezen
Aantekeningen maken
Bedenken wat je al weet 
Starten met het lezen van vragen 
Starten met lange teksten
Eerst bekijken waar de tekst over gaat
Zelf bedenken wat het antwoord op de vraag kan zijn
Letten op plaatjes

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Open vragen
Beantwoord een open vraag ALTIJD in het Nederlands tenzij er wordt gevraagd om een (stukje van) zin te citeren!!

Slide 34 - Slide