PVA1 N&T - Techniek: constructies en energie

 Techniek (1) Constructies en Transport
PVA1 Mens en Wereld: Natuur en techniek
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuur & Techniek HBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 Techniek (1) Constructies en Transport
PVA1 Mens en Wereld: Natuur en techniek

Slide 1 - Slide

Hoe te gebruiken?
Deze LessonUp is te gebruiken als uitleg bij het boek.
* DISCLAIMER. Deze LessonUp geldt als aanvulling op vakateliers en boek en niet als vervanging.
* DISCLAIMER. Er is met zorgvuldigheid gewerkt aan deze lesson up maar het uitsluiten van schrijf- of andere foutjes is niet helemaal mogelijk. Zie je iets waarover je twijfelt meldt het dan even.

De student ...

in het geel staan iedere keer de specifieke toetscriteria bij het onderdeel dat verder wordt uitgelegd. 

Slide 2 - Slide

Materiaalverbindingen
Materiaalverbindingen zijn star en laten geen beweging toe tussen de onderdelen, je kunt ze ook niet uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. 
Voorbeelden zijn: lijm, specie, lassen en soldeer.


De student kan 3 typen verbindingen inclusief voorbeelden noemen.

Slide 3 - Slide

Vormverbindingen 
Vormverbindingen zijn verbindingen waarbij de vorm van twee onderdelen gebruikt wordt om een verbinding te maken.  Voorbeelden zijn: lego, puzzelstukjes, schroefdraad van een dop.


De student kan 3 typen verbindingen inclusief voorbeelden noemen.

Slide 4 - Slide

Voorwerpverbindingen 
Voorwerpverbindingen zijn verbindingen waarbij een voorwerp wordt gebruikt om een verbinding te maken.
Voorbeelden zijn: een nietje, een spijker een drukknoop of een magneet. 


De student kan 3 typen verbindingen inclusief voorbeelden noemen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Boogvorm en driehoeksvormen
Driehoeksvormen worden vooral toegepast in dragende constructies, zoals bij bruggen en steigers. Driehoeken maken de constructie steviger en vormvast. 
Een boogvorm kan veel druk opvangen en wordt gebruikt bij de bouw van kerken en bruggen, poorten en aquaducten.


De student kan uitleggen waarvoor boogvorm en driehoeksvorm in constructies wordt toegepast.

Slide 7 - Slide

Profielen 
Constructies van steen of hout zijn stevig en sterk, maar tegelijkertijd ook heel zwaar doordat ze massief zijn. Door een plat stuk ijzer in een bepaalde vorm te buigen ontstaat een profiel. Een profiel kan rond of hoekig zijn.
De student kan beschrijven hoe een profiel wordt gemaakt.

Slide 8 - Slide

Profielen
Voordelen van profielen zijn: ze geven stevigheid en het is gemaakt van lichter materiaal zodat de totale constructie minder zwaar is.
De student kan twee voordelen noemen van het gebruik van profielen.

Slide 9 - Slide

Tandwielen 
Een tandwiel is afgeleid van het gewone wiel. Het wordt gebruikt om een beweging te versnellen of te vertragen en om efficiënter met kracht om te gaan. De snelheid wordt bepaald door de grootte van de wielen.

  1. Een gelijke draaisnelheid als beide tandwielen even groot zijn.  
  2. Een versnelling als een groot tandwiel een klein tandwiel aandrijft  (bijv. fiets  tandwiel van trapper is groter dan die van achterwiel)
  3. Vertraging als een klein tandwiel een groot tandwiel aandrijft

De student kan uitleggen hoe de draaisnelheden van verschillende maten tandwielen zich verhouden.

Slide 10 - Slide

Tandwielen
Bij het onderstaande plaatje laat de pijl in het tandwiel de draairichting zien. Bij een ketting draaien de tandwielen dezelfde kant op. Bij in elkaar hakende tandwielen draaien de tandwielen een verschillende kant op. 
De student kan uitleggen hoe de draaisnelheden van verschillende maten tandwielen zich verhouden.

Slide 11 - Slide

Tandwielen
In de volgende slides wordt met een quiz en filmpjes goed in beeld gebracht hoe tandwilen werken:


De student kan benoemen welke draairichting twee verbonden tandwielen hebben.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Rechtlijnige beweging
Het tandwiel rolt over de (rechte) stang, hierdoor wordt het een rechte beweging. Dit is bijvoorbeeld in een fietsbel.


De student kan benoemen hoe een draaiende beweging kan worden omgezet in een rechtlijnige.

Slide 14 - Slide

Hefboomprincipe
Hefbomen zijn verwerkt in talloze voorwerpen en apparaten. Deze lange staven of stangen kun je gebruiken om met een relatief geringe inspanning (kracht) een voorwerp met een groot gewicht op te tillen of een weerstand te overwinnen. Alle hefbomen hebben een draai- of steunpunt waar de staaf draait of scharniert. In de volgende slide staan voorbeelden. 
De student kan het hefboomprincipe toepassen in een eenvoudige casus.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Energie 
Energie is een fundamentele natuurkundige eenheid en wordt vaak gedefinieerd als de mogelijkheid om arbeid te verrichten of een verandering te bewerkstelligen.
Energie kan thermisch, mechanisch, straling, chemisch, enz. zijn.
De student is in staat bij een beschrijving van een energiebron of vorm de juiste energiesoort te benoemen


Slide 17 - Slide

Behoud van energie 
In het universum is een vaste hoeveelheid energie die in vele vormen voorkomt. Deze vormen van energie kunnen overgaan in andere vormen van energie, maar er verdwijnt nooit energie. Dit is 'de wet van behoud van energie.'
'Energie opwekken' betekent dus dat bestaande energie in een andere vorm wordt gemaakt zodat wij het kunnen gebruiken. 
De student kan uitleggen wat er wordt bedoeld met 'behoud van energie'

Slide 18 - Slide

Elektrische energie 
Elektrische energie wordt opgewekt in elektriciteitscentrales met enorme dynamos. Elektrische energie zit ook opgeslagen in een batterij of accu. Dat noemen we ook chemische energie, chemische energie is opgeslagen in een chemische stof zoals aardolie, steenkool, maar ook kaarsvet, hout, graan en biomassa.

Slide 19 - Slide

Opwekken van electriciteit
Elektriciteit kan opgewekt worden  door een magneet te draaien in een spoel van koperdraad. Een voorbeeld hiervan vindt je in de dynamo van een fiets. Maar windturbines en turbines in een kerncentrale werken volgens hetzelfde principe.
De student weet hoe elektriciteit opgewekt wordt.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Duurzame electriciteit
Vormen van opwekken van elektriciteit worden duurzaam genoemd als er geen verbranding van brandstof nodig is voor de opwekking van de elektriciteit.  De bron van de energie gaat niet op.  Drie vormen zijn: 
  • wind, 
  • water 
  • zon 
De student kan drie vormen van duurzame elektriciteit noemen.

Slide 22 - Slide