Thema 10 blok 3 les 1: Nooit meer oorlog blz 86-87 TB

Doelen van deze les
Je kunt uitleggen:
  • hoe NL en Europa na WOII werden opgebouwd
  • wat het Marshallplan is
  • waarom de Sovjet-Unie en de VS overbleven als supermachten na WOII
  • welke tegenstellingen er waren tussen de Sovjet-Unie en de VS



1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelen van deze les
Je kunt uitleggen:
  • hoe NL en Europa na WOII werden opgebouwd
  • wat het Marshallplan is
  • waarom de Sovjet-Unie en de VS overbleven als supermachten na WOII
  • welke tegenstellingen er waren tussen de Sovjet-Unie en de VS



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide





De Wederopbouw

Slide 3 - Slide

Waarom?
  • Zoals je op de vorige foto's kon zien was de schade in Nederland na WOII groot: er was veel kapot en geplunderd in WOII.

De vraag was:
hoe kon Nederland (en de rest van Europa)  er weer bovenop komen?

Slide 4 - Slide

In Nederland zelf
  • De schouders eronder!

  • Harmoniemodel: samenwerking tussen werkgevers, werknemers en regering

  • Geleide loonpolitiek: lonen en prijzen blijven laag. Als jouw prijzen laag zijn, stijgt de export van jouw producten!

Slide 5 - Slide

Het harmoniemodel
  • Alle groepen begrijpen dat samenwerking noodzakelijk is.
  • Vakbonden, werkgevers en de overheid, werken samen om de economie weer op gang te krijgen

Slide 6 - Slide

Vanuit het buitenland
  • Marshallplan: geld en goederen vanuit de VS naar Europa en Nederland om landen te helpen er weer bovenop te komen.

Welk voordeel ha de VS hier zelf bij?


  • Samenwerking in Europa (EGKS: 1958, voorloper van de Europese Unie).

Slide 7 - Slide

Het lukt!
  • De welvaart groeit enorm

  • Prijzen en lonen worden losgelaten en mensen krijgen eindelijk weer meer loon (maar ook: hogere prijzen...)

  • Nederland wordt een consumptiemaatschappij: ook het kopen van luxe wordt belangrijk.

Slide 8 - Slide

Een auto, vakantie en een sigaar...
...wat een luxe!

Slide 9 - Slide

Na 1945:

Twee nieuwe landen kregen het voor het zeggen in de wereld:

  • Sovjet-Unie
  • De Verenigde Staten

Deze landen bleven over als supermachten (veel invloed in de wereld)



Slide 10 - Slide

Waren er dan helemaal geen conflicten?
Toch niet. Er ontstond na 1945 een grote tegenstelling tussen de overgebleven supermachten: de Verenigde Staten (VS) en de Sovjet-Unie (SU) .
Zij waren de belangrijkste bondgenoten die Duitsland/Hitler in 1945 hadden verslagen.
Na 1945 kwamen de verschillen weer naar boven (nadat Duitsland was verslagen).

Slide 11 - Slide

Verenigde Staten

  • Democratie

  • Kapitalisme

  • Vrijheid

  • Grote verschillen (arm/rijk, blank/zwart)

Slide 12 - Slide

Sovjet-Unie

  • Dictatuur

  • Communisme

  • Onderdrukking

  • Gelijkheid, soms dan...

Slide 13 - Slide

Verschillen?
  • Meningen zijn verdeeld:
  1. Kapitalistisch (zoals de VS willen)
  2. Communistisch (zoals de SU wil)

Slide 14 - Slide

Hoe verder?
Invloedssferen: Wanneer een land veel invloed heeft in een gebied: 
West-Europa stond onder  invloed van de VS.
Oost-Europa stond onder invloed van de SU.
Op de volgende dia zie je de verdeling, de grens noemen we het ijzeren gordijn 

Slide 15 - Slide

invloedsferen / ijzeren gordijn

Slide 16 - Slide

Kenmerken van de Koude Oorlog (1)
  • Koude/kille relatie tussen VS en SU

  • Geen echte oorlog tussen VS en SU

  • Wel oorlog tussen sommige van hun bondgenoten

  • Grote spanningen en angst in de wereld

Slide 17 - Slide

Kenmerken van de Koude Oorlog (2)
  • Beide landen hebben veel kernwapens

  • Er ontstaat een wapenwedloop

  • Beide landen geloven in hun eigen (economische) systeem


  • Beide landen willen hun eigen systeem in de wereld verspreiden

Slide 18 - Slide

Begrippen in deze les
Marshallplan
Supermachten
communistisch
kapitalistisch
Koude Oorlog
Ijzeren gordijn
EGKS

Slide 19 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Open question