Periode drie - week 14 - Herhaling Leesvaardigheid

Goedemorgen!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!

Slide 1 - Slide



1. Ga naar Lessonup.com
2. Registreer met je schoolmailadres 
    (....@stanislascollege.net)
3. Klascode B1a:   irjcz
   


Volg de les mee op LessonUp!

Slide 2 - Slide

Vrijdag 9 april

Wat gaan we doen:

  • Herhaling theorie Lezen H.2 + H.3
  • Quiz
  • Maken: een oefentekst uit nederlandsindeonderbouw.com

Slide 3 - Slide

Toetsweek 3: donderdag 15 april - vrijdag 23 april


Lezen H2:
- feit
- mening
  (standpunt/oordeel/opinie/opvatting)
- moeilijkewoordenwijzer (context)
- zoekend lezen
- tekstverbanden – opsommend –
  tijdsvolgorde – tegenstellend

Lezen H3:
- tekstopbouw – inleiding – kern – slot
- tweedeling
- driedeling
- verschillende functies van de inleiding
- opbouw alinea’s (kernzin + toelichting)
- hoofdgedachte
- hoofd- en bijzaken
- verwijswoorden


Toetsstof toetsweek 3
Leesvaardigheid H2 (par 2.2) en H3 (par 3.2)

Dit overzicht vind je ook in de Classroom

Slide 4 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer
Moeilijkewoordenwijzer

Slide 5 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 6 - Open question

Hoofdgedachte
Hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Onderwerp zoeken.
2. Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt? Antwoord in één zin. 


Slide 7 - Slide

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken = belangrijkste dingen die in de tekst worden gezegd.
Bijzaken = de minder belangrijke informatie.

Samenvatting maken? 
- Hoofdzaken noteren en bijzaken weglaten.
- Kijk per deelonderwerp wat de hoofdzaak is.
- Maak gebruik van de kernzinnen van de alinea's.

Slide 8 - Slide

Tekstopbouw  alinea's
Kernzin
- is de belangrijkste zin van de alinea
- is vaak de eerste zin

De rest van de alinea is voorbeeld of uitleg bij de kernzin

Slide 9 - Slide

Quizje over de toetsstof
7 vragen

Slide 10 - Slide

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak

Slide 11 - Quiz

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt zo kort mogelijk waar de tekst over gaat.
B
... staat altijd vooraan
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 12 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland

Slide 13 - Quiz

Bij welk deel van de tekst horen de begrippen kernzin, hoofdzaak, bijzaak en toelichting?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 14 - Quiz

Hoeveel woorden heb je nodig om de HOOFDGEDACHTE van een tekst op te schrijven?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 15 - Quiz

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot

Slide 16 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 
opsomming
tijdsvolgorde
tegenstelling
verder
bovendien
eerst
toch
ook
echter 

Slide 17 - Drag question

Oefenen: ga naar
nederlandsindeonderbouw.com   

http://www.taaluitleg.nl/hotpot/teksten/tbs.htm

Slide 18 - Slide

Tot dinsdag!


Tot de volgende keer!

Slide 19 - Slide