§3.2

• Geschiedenis
• Middelbare school

§3.1 

Nakijken vragen 

4A) Een gebied onder een regering

B) 1. Hij liet bevolking belasting betalen 

2. hij sprak recht

3. hij voerde bevel over soldaten 

C) Zorgen voor orde en veiligheid

5a)In Rome in 1 V.Chr

B) C&D

6A)legeraanvoerders met hun soldaten

C) 1. juist

2. juist

3. juist

4. onjuist

7A) De dapperste der Galliers

B A&D 

C) 1. juist

2. juist

3. onjuist

8A) 1. Caesar 

2. republiek, senaat, keizer 

3. Augustus, god 

B) Om Augustus te vereren. 

C) om te laten zien dat hij aanvoerder was van alle Romeinse legers

9B) 1. het tegenhouden van vijanden 

2. het onderdrukken van opstanden

3.2

Samenleving en cultuur

Arm en rijk

Villa

Flatgebouw

Rome

Gladiatoren waren slaven

-Veel burgers werkten in de nijverheid.

-Door vrede in het rijk veel handel.

-Romeins geld werd overal gebruikt.

Staatsgodsdienst

-Alle bestuurders moesten aanhanger zijn van de staatsgodsdienst.

- Wel godsdienstvrijheid voor andere onderdanen.

De Romeinse elite bewonderde de Griekse cultuur enorm en namen deze over. 

Zo ontstond de Grieks-Romeinse cultuur

Romeinse rechtspraak

-Romeinse burgers werden door de wetten beschermd.

-Burgers hebben gelijke rechten en mogen niet worden gemarteld.

Aantekening

§3.2 Samenleving en cultuur

De Romeinen namen veel over van de Grieken, zoals de beeldhouwkunst, de architectuur en de wetenschap. 

De Griekse en Romeinse cultuur raakten met elkaar vermengd. In het hele rijk ontstond een Grieks-Romeinse cultuur. 

Maak vraag 8&9

Verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur noemen we ...

De godsdienst waar alle ambtenaren aanhanger van moeten zijn noemen we een ...

Kleine groep aanzienlijke mensen noemen we de ...

Wat is een gladiator?

1. vechtende slaaf
2. Romeinse soldaat
3. legerleider
4. barbaar

Het recht om openlijk elke godsdienst aan te hangen noemen we ...