Betoog les 7: Van bouwplan naar tekst


Schrijven: betoog

Les 7: Van bouwplan naar tekst

Nederlands H1 - P2 - 2019-2020
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Schrijven: betoog

Les 7: Van bouwplan naar tekst

Nederlands H1 - P2 - 2019-2020

Slide 1 - Slide

Terugblik

Vorige les heb je geleerd dat je een bouwplan maakt voor het schrijven. 


Slide 2 - Slide

Aan de slag!

Opdracht:
Sleep de beschrijvingen naar de juiste doelen. 

Log in bij LU en doe mee met de les

Slide 3 - Slide

Hoofdgedachte
Tekstdoel
Alinea
Onderwerp
Jouw mening
Overtuigen
Formuleer je in een zin.
Formuleer je in een aantal woorden.
Deelonderwerp
Argument (kernzin)
Voorbeeld, uitleg, vergelijking.

Slide 4 - Drag question

Nabespreken huiswerk
Je hebt een bouwplan ingevuld bij onderstaande situatie:
 Je mentor vertelt tijdens de mentorles dat er in leerjaar 1 een klassenbattle plaats gaat vinden. Het onderwerp is ‘de leukste klas van leerjaar 1’. Alle klassen schrijven een betoog waarin zij de jury (alle mentoren van leerjaar 1) ervan proberen te overtuigen dat zij de leukste klas zijn. De klas die het beste betoog schrijft wint. 

Jij vindt H1A de leukste klas en schrijft een betoog met als mening: H1A is de leukste klas van leerjaar 1. Je legt hierin uit waarom jij het hier mee eens bent. 

Voordat je begint met schrijven, vul je een bouwplan in.

Slide 5 - Slide

Vooruitblik

Aan het einde van deze les ...

... kun je van een bouwplan een tekst maken. 


Slide 6 - Slide

Van bouwplan naar tekst

Fase 3: schrijven

Je maakt van je bouwplan een tekst. 

Slide 7 - Slide

De inleiding


1. Introduceer je onderwerp op de gekozen manier. 
2. Noem de hoofdgedachte. Dit is jouw mening.
3. Gebruik 5 zinnen voor je inleiding.
  • 4 zinnen voor de introductie van het onderwerp
  • 1 zin voor de hoofdgedachte
    . Dit is jouw mening.  

Slide 8 - Slide

Het middenstuk/de kern
  1. Neem de kernzinnen over. Dit zijn je argumenten.   
  2. Sla tussen de kernzinnen een witregel over.
  3. Neem de deelonderwerpen over. Zet ze boven de kernzinnen. Dit zijn je tussenkopjes. 
  4. Licht je argumenten toe met een voorbeeld, vergelijking of uitleg.
  5. Gebruik per alinea 5 zinnen. 
  • 1 zin voor je argument (= je kernzin)  
  • 4 zinnen voor je toelichting (= een voorbeeld, een vergelijking, een uitleg) 

Slide 9 - Slide

Het slot

  1. Trek een conclusie.
  2. Noem jouw mening nog een keer, maar dan in andere woorden. Dus ...
  3. Sluit af met een krachtige laatste zin.
  4. Gebruik 5 zinnen.  
  • 3 zinnen of meer voor je conclusie.
  • 1 zin voor je hoofdgedachte 
  • 1 zin voor je laatste krachtige zin 

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Maak van je bouwplan een tekst.

Gebruik hiervoor slide 8, 9 en 10.

Slide 11 - Slide