Tema 3 - clase 4

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planificación: Hoy es ...

1. Reglas de la clase	5 min
2. Bezittelijk voornaamwoord	25 min
3. La próxima clase	5 min
4.	5 min

Después de esta clase... (Na deze les...)

... weet je weer de klassenregels.

... heb je geleerd over de familie van Óscar.

... heb je acht nieuwe woorden geleerd.

Reglas de la clase

1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pen, opgeladen device.
4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
5. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
6. We lachen elkaar niet uit.
7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Herkansen / inhalen tema 2

1. Toets: in daltonuur bij Marloes (week 1 & 2)
2. Eindproduct: in daltonuur bij Marloes (week 1 & 2)

Pronombres personales

"Koppel de persoonlijke voornaamwoorden."

Yo

Ustedes

Vosotros/-as

Usted

Él

Tú

Ella

Nosotros/-as

Ellos/-as

jullie

hij

ik

u (ev)

u (mv)

zij (mv)

zij (ev)

jij

wij (mv)

Wat is een bezittelijke voornaamwoord?

• Een bezittelijke voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is.

• Mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, onze, jullie, hun

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende pronombre posesivo

mi(s)

vuestro/a/os/as

su(s)

tu(s)

nuestro/

a/os/as

mijn

uw

jouw

hun

zijn

jullie

haar

ons/onze

Estos son ...... (mijn) padres

1. mis
2. tus
3. mi
4. su

Este es ...... (jouw) libro

1. mis
2. tus
3. tu
4. su

Estas son ...... (zijn) pelotas

1. mis
2. tus
3. su
4. sus

Estos son ...... (onze) coches

1. nuestros
2. tus
3. nuestro
4. nuestras

Ellas son .... (jullie) amigas

1. Vuestras
2. Vuestros
3. Nuestras
4. Nuestros

Estas son ...... (hun) bolsas

1. mis
2. sus
3. mi
4. su

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in.

(Kies uit: mi/mis, tu/tus, su/sus, nuestro/a/os/as, vuestro/a/os/as)

1. ___ libro está en la mesa. (mijn)

2. ¿Es ___ mochila? (jouw)

3. Ellos tienen ___ teléfonos nuevos. (hun)

4. Nosotros queremos leer ___ revistas. (onze)

5. Ana y tú habláis con ___ profesora. (jullie)

6. Pedro busca ___ llaves. (zijn)

7. Yo necesito ___ cuadernos para la clase. (mijn)

Las respuestas 

1. Mi

2. tu

3. sus

4. nuestras
5. vuestra
6. sus
7. mis

Welke zijn de bezittelijke vnw in het Spaans?

La próxima clase

Vamos a...

... repasar el pronombre posesivo (bezittelijk voornaamwoord).

Deberes:

- aprender: el pronombre posesivo (bezittelijk voornaamwoord).
- hacer: WB: página 49 y 50 - ej. 6 y 8

Hasta la próxima clase

• Stoel netjes aanschuiven.
• Papieren van de grond / tafels.