Het weerleggen van argumenten

Het weerleggen van argumenten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het weerleggen van argumenten

Slide 1 - Slide

Doel:
  •  je kunt argumenten op de juiste manier weerleggen

Slide 2 - Slide

Inhoud van de les:

Korte herhaling: het weerleggen van argumenten
Oefenen met het weerleggen van argumenten

Slide 3 - Slide

Weerlegging
Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door te laten zien dat mogelijke argumenten tegen zijn standpunt niet kloppen. Dat noemen we weerleggen.
Met een weerlegging ontkracht je een argument of een tegenargument.

Slide 4 - Slide

Herhaling theorie weerlegging
Er volgen een aantal vragen/stellingen over ‘weerleggingen’ tijdens een debat. 

Slide 5 - Slide

Wat is het doel van een weerlegging?
A
de jury overtuigen dat jouw team gelijk heeft
B
het publiek overtuigen dat jouw team gelijk heeft
C
de jury en het publiek overtuigen dat jouw team gelijk heeft.

Slide 6 - Quiz

Weerleggen in 4 stappen
Een sterke weerlegging bestaat uit 4 stappen: 

1. Aankondigen: op welk argument ga je reageren? Ik wil graag reageren op ..
2. Samenvatten: wat is in één zin het argument waar je precies op gaat reageren? De voor- of tegenstanders beweren dat.....
3. Reageren: wat klopt er niet aan het argument van de voor- of tegenstanders? Dat klopt niet, omdat....
4. Conclusie: hoe heb jij dit argument weerlegd? Dus.....

Slide 7 - Slide

Weerleggen van argumenten
- Het weerleggen van argumenten moet je wel volgens de debatteer regels doen;
- Let op dat je signaalwoorden gebruikt bij de weerlegging van je argument (want - omdat - dus);
- Weerleg je argument in een vaste volgorde: 
Aankondigen - Samenvatten - Reageren - Conclusie.

Slide 8 - Slide

Hoe bouw je een weerlegging op?

A
aankondigen-samenvatten-reageren-conclusie
B
samenvatten - aankondigen - reageren - conclusie
C
aankondigen - reageren - samenvatten - conclusie
D
conclusie - samenvatten - aankondigen - reageren

Slide 9 - Quiz

Bij de aankondiging zeg je op welk argument van de
voor-of tegenstander je gaat reageren.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Bij de samenvatting hoef je niet het argument te herhalen van de tegenstander.
A
juist: de jury weet wel op welk argument jij reageert
B
onjuist: door het argument te herhalen weet de jury op welk argument jij reageert.

Slide 11 - Quiz

Je reageert op het argument van de voor-of tegenstander, zonder toelichting en je gebruikt de volgende woorden:

Je hebt geen gelijk!
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je reageert, moet je uitleggen wat er niet klopt aan het argument van de voor- of tegenstander.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Aan het einde van je weerlegging kun je de conclusie best overslaan.
A
juist: de jury begrijpt waar jij het over hebt.
B
onjuist: je vat je weerlegging kort samen.

Slide 14 - Quiz

Filmpje: We kijken naar een kort filmpje. 
1. Luister goed naar de drie argumenten die bij de stelling worden genoemd. 
2. Luister ook naar de weerlegging bij elk argument.

Stelling:
‘De kinderombudsman moet een kind zijn’. 

Slide 15 - Slide

Wat is de taak van een kinderombudsman?
- Het adviseren van de regering en het parlement over wetgeving die en beleid dat de rechten van jongeren raakt.

-  Het informeren en voorlichten over de rechten van jongeren.

- Het behandelen van klachten: niet alleen over overheidsorganisaties. Maar ook over andere organisaties met een taak op jeugdgebied.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdracht:
Schrijf bij elk van de drie argumenten een weerlegging op de manier zoals we in de afgelopen les hebben geleerd (dus drie weerleggingen). Reageer op het argument, houd je dus bij het onderwerp!

- Werk in tweetallen op het geprinte werkblad.
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Voorbeelden
In de volgende dia's zie je nog meer voorbeelden van stellingen, argumenten en weerleggingen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video