This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
1.Getinte mensen zijn altijd allochtonen
A
Goed
B
Fout
Slide 1 - Quiz
2. Welke van deze mensen is een etnische groep?
A
Politieagenten
B
Italianen
C
Politici
D
Straatmuzikanten
Slide 2 - Quiz
3. Met nieuwe Nederlanders bedoelen we de jongerenculturen in de jaren zestig van de vorige eeuw.
A
Goed
B
Fout
Slide 3 - Quiz
4. Angelica heeft Nederlandse ouders, maar haar oma komt uit Italië. Angelica is dus allochtoon.
A
Goed
B
Fout
Slide 4 - Quiz
5. Sjaak is in Nederland geboren en zit in Utrecht op school. Hij is een …………. , want Sjaaks vader is Nederlands en zijn moeder is Duitse. Wat is weggelaten in deze zin?
A
autochtoon
B
allochtoon
C
nieuwe Nederlander
D
Duitser
Slide 5 - Quiz
6. Nederland is een multicultureel land. Het woord ‘multi’ in multicultureel betekent ‘veel’.
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quiz
7. In een multiculturele samenleving bestaan cultuurverschillen.
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quiz
8. De familie Usru komt vanuit Turkije in Dalfsen wonen. Daarom worden zij door de buren verwelkomd als mensen uit een Nederlandse kolonie.
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quiz
9. De familie Usru komt vanuit Turkije in Dalfsen wonen. De kinderen van de familie Usru zijn allochtoon.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
10. Etnische groepen hebben meestal ook een eigen subcultuur.
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quiz
11. Als twee allochtonen die in Nederland geboren zijn samen een kind krijgen, is hun kind ook allochtoon.
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
12. Tussen autochtonen bestaan geen cultuurverschillen.
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quiz
13. Verschillende godsdiensten in een land kunnen cultuurbotsingen veroorzaken.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
14. Ghanezen in Amsterdam zijn een voorbeeld van een etnische groep in Nederland.
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quiz
15. Zeeuwen zijn een allochtone groep met een eigen subcultuur.