trennbare Verben

Deutschstunde 8.April
Vorbereitung: Nimm dein Buch auf Seite 178

1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deutschstunde 8.April
Vorbereitung: Nimm dein Buch auf Seite 178

Slide 1 - Slide

Das Programm

Verben mit Präfix

Lernziele: 
Ihr kennt die Verben mit Präfix

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kent het verschil tussen trennbare en untrennbare werkwoorden en weet hoe je ze in het Duits moet toepassen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Erklärung
In het Nederlands en in het Duits gelden dezelfde regels voor de scheidbaarheid en ondscheidbaarheid van samengestelde werkwoorden. Daarbij is de klemtoon beslissend. 

Slide 5 - Slide

trennbar

  • Het eerste deel van de samenstelling heeft een klemtoon.
  • anklagen- er klagt an - er klagte an- er hat angeklagt 
  • aanklagen - hij klaagt aan- hij klaagde aan - hij heeft aangeklaagd



nicht trennbar

  • Het eerste deel van de samenstelling heeft geen klemtoon.
  • überzeugen - er überzeugt - er überzeugte - er hat überzeugt 
  • overtuigen - hij overtuigt - hij overtuigde - hij heeft overtuigd 



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

let op
Een verbinding van een scheidbaar werkwoord met zu wordt in het Duits altijd als één woord geschreven en niet met drie woorden, zoals in het Nederlands. 
anzuklagen, mitzunehmen --> aan te klagen , mee te nemen 

Slide 8 - Slide

let op
het voorvoegsel van een scheidbaar werkwoord staat in het Duits helemaal aan het eind van de zin
z.B. Ich gehe morgen mit meinen Freunden aus.

Ik ga morgen uit met mijn vrienden. 

Slide 9 - Slide

voltooid deelwoord

het voltooid deelwoord van nicht-trennbare Verben wordt gevormd zonder ge-

Slide 10 - Slide

voltooid deelwoord
bij het voltooid deelwoord van trennbare werkwoorden staat ge- na het voorvoegsel

Slide 11 - Slide

Anna / aufwachen / früh

Slide 12 - Open question

Anna/ anziehen / ihre Kleidung

Slide 13 - Open question

Stefan / vorbeikommen / morgens

Slide 14 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van aufmachen?

Slide 15 - Open question

du / bestellen / eine Pizza/abends

Slide 16 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van vergessen?

Slide 17 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van einpacken?

Slide 18 - Open question

maak de zin af in het Duits:
Ich frage ihn, sein Zimmer ...(aufräumen)

Slide 19 - Open question

maak de zin af in het Duits:
Ich frage ihn, Marco zur Party ...(einladen)

Slide 20 - Open question

Aufgaben Kapitel 4.5

  • Grammatik: Aufgabe 52 und 53 (S.  178/179)
  •  Lesen typische Männerjobs  Aufgaben 49 und 50 (S. 175/176)
  • 3. Zeit? Leren Lernbox Lektion 6

Slide 21 - Slide