4.3 oppervlakte Nu rekenen 2e editie


4.1 Vlakke figuren
4.2 Lengte en omtrek
4.3 Oppervlakte
4.4 Ruimtelijke figuren
4.5 Inhoud
4.6 gemengde opdrachten
Meetkundige figuren

Hoofdstuk 4 Nu rekenen 2e editie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


4.1 Vlakke figuren
4.2 Lengte en omtrek
4.3 Oppervlakte
4.4 Ruimtelijke figuren
4.5 Inhoud
4.6 gemengde opdrachten
Meetkundige figuren

Hoofdstuk 4 Nu rekenen 2e editie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je de oppervlakte?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Lesdoel
Na deze les weet je:
  • weet je wat het begrip oppervlakte betekent
  • kun je de oppervlakte berekenen.
  • kun je in verschillende maten omrekenen
  • Ken je de verschillende oppervlaktematen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
De oppervlakte is een afmeting en wel de grootte van een vlak gebied

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De eenheid van oppervlakte is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
  • De eenheid van oppervlakte is vierkante meter (m²)
  • De oppervlakte is een afmeting en wel de grootte van een vlak gebied

Oppervlakte is 100x50=5000 vierkante meter (m²)
Hoe groot is de oppervlakte van dit voetbalveld?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 7 - Video

This item has no instructions


Met welke som reken je de oppervlakte van deze rechthoek uit?
A
9x3=
B
2 x 9 + 2 x 3 =
C
18 + 6 =
D
2 x 3 + 2 x 9 =

Slide 8 - Quiz

Met alle sommen bereken je het goede antwoord!
2

Slide 9 - Video

This item has no instructions

01:31
2 x straal = diameter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

02:06

π=
ongeveer
A
2,14
B
2,15
C
3,14
D
3,15

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
De oppervlakte van een rechthoek is 
lengte x breedte

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
De oppervlakte van een cirkel is
      x straal x straal


π

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oppervlakte
van de cirkel
A
3,14 x 20 x 20
B
3,14 x 40 x 40
C
3,14x40
D
3,14 x20

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
De oppervlakte van een driehoek is 
lengte x breedte : 2


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
  • 1 km²  = 1 x 100 = 100 hm²
     ( 1 stap dus 2 nullen erbij)
  • 1 m²  = 1 x 100 x 100 = 10 000 cm²
     (2 stappen dus 4 nullen erbij)
  • 2,5 hm²  = 2,5 x 100 x 100 x 100 = 2 500 000 dm²
     (  3 stappen dus 6 nullen erbij )

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

4.3 oppervlakte
  • 4500 m² = 
    4500 :100:100
    =0,45 hm²
     ( 2 stappen dus 4 nullen eraf)
  • 323000 mm2 =
     323000 : 100 :100 : 100 = 0,323 m²
    (3 stappen dus 3 nullen eraf)
  • 750 cm²  = 750 : 100 : 100 : 100 = 0,00075 dam² (  3 stappen dus 6 nullen eraf )

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

6 km² =

A
600 m²
B
60.000 m²
C
6000 m²
D
6.000.000 m²

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

20 hm² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
A
2000 m²
B
200000 m²
C
200 m²
D
20000000 m²

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

1 hectare =

A
1 hm²
B
1 km²
C
1 m²
D
1 dam²

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

0,25 km² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
A
25000 m²
B
250000 m²
C
250 m²
D
2500 m²

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

1 are =

A
1 hm²
B
1 km²
C
1 m²
D
1 dam²

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

3,6 m² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
A
3.600 cm²
B
36.000 cm²
C
360.000 cm²
D
3.600.000 cm²

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

1 centiare =

A
1 hm²
B
1 km²
C
1 m²
D
1 dam²

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De straal van de cirkel is 1,5 cm
De oppervlakte van de cirkel =
3,14 (pi) x 1,5 (straal) x 1,5 (straal) cm   = 7,065 cm oppervlakte

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De diameter van de cirkel is 6 cm
De oppervlakte van de cirkel =
6 (diameter) : 2 = 3 (straal)
3,14 (pi) x 3 cm (straal) x 3 (straal) = 28,26 cm oppervlakte

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

  1. Maak de opdrachten van 4.3 online 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions