K1 - Grammatik C und D

K1 - Grammatik C + D 
Fragewörter + Plural Substantive
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

K1 - Grammatik C + D 
Fragewörter + Plural Substantive

Slide 1 - Slide

Lernziele dieser Stunde
  • Du kennst die Übersetzungen der Fragewörter und kannst diese richtig anwenden. 
  • Du kennst die Hauptregeln des Plurals und kannst diese richtig anwenden.

Slide 2 - Slide

Fragewörter
Alle vraagwoorden beginnen met de w-  en kun je niet met ja of nee beantwoorden!

Slide 3 - Slide

Fragewörter
 wo staat vaak in combinatie met een voorzetsel!

Slide 4 - Slide

Fragewörter
wer kan in vier naamvallen staan




Slide 5 - Slide

Und? Weißt du es noch?

Slide 6 - Slide

..... heißt du? - Ich heiße Anna.

Slide 7 - Open question

.... kommt Anna? - Sie kommt aus Italien.
A
Wo
B
Wie
C
Woher
D
Wann

Slide 8 - Quiz

..... ist das? - Das ist mein Bruder.

Slide 9 - Open question

.... machst du? - Ich mache meine Hausaufgaben.
A
Was
B
Wer
C
Warum
D
Wo

Slide 10 - Quiz

Wat?
Wie?
Waar?
Waarom?
Waarvandaan?
Hoe?

Was?
Wer?
Wo?
Warum?
Woher?
Wie?

Slide 11 - Drag question

Plural Substantive
Hoofdregel:




Op de hoofdregel zijn veel uitzonderingen! Gebruik een woordenboek om meervoudsvormen op te zoeken.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Plural Substantive

Uitzonderingen op de hoofdregel:
  • Mannelijke woorden die eindigen op -el, -er of -en krijgen geen uitgang! 
  • Mannelijke woorden die al eindigen op –e krijgen in het meervoud een –n erachter!
  • Zitten de klinkers a, o of u in het onzijdige woord? Dan komt er in het meervoud een umlaut op deze klinker en –er achter het woord.
  • Onzijdige woorden die eindigen op –el, -er, -en, -chen of –lein krijgen geen andere uitgang in het meervoud.
der Esel - die Esel
der Lehrer - die Lehrer

der Kunde - die Kunden

das Haus - die Häuser
das Mädchen - die Mädchen

Slide 14 - Slide

Plural Substantive
Uitzonderingen uit het boek
  • der Tag - die Tage
  • der Mann - die Männer
  • der Partner - die Partner
  • das Ergebnis - die Ergebnisse
  • das Kaninchen - die Kaninchen
  • das Kind - die Kinder
  • das Theater - die Theater

Slide 15 - Slide

Und? Weißt du es noch?
volgens de hoofdregels!

Slide 16 - Slide

Maak van het volgende woord een meervoudsvorm: die Antwort

Slide 17 - Open question

Maak van het volgende woord een meervoudsvorm: der Zahn (de tand)

Slide 18 - Open question

Maak van het volgende woord een meervoudsvorm: der Fuß

Slide 19 - Open question

Maak van het volgende woord een meervoudsvorm: die Schere

Slide 20 - Open question

Maak van het volgende woord een meervoudsvorm: die Heldin

Slide 21 - Open question

Maak van het volgende woord een meervoudsvorm: das Haar

Slide 22 - Open question

Gibt es noch Fragen?

Slide 23 - Slide