Woordsoorten 13/6

H1.3 Lezen
Waar is
de 
GOUDVIS? Wat is dit voor soort woordsoort?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1.3 Lezen
Waar is
de 
GOUDVIS? Wat is dit voor soort woordsoort?

Slide 1 - Slide


Kies de juiste woordsoort.
Je moet nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 2 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Je moet nooit cola drinken bij de computer.
A
Bezittelijk voornaamwoord (bvnw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Persoonlijk voornaamwoord (pvnw)

Slide 3 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Onbepaald lidwoord (olw)

Slide 4 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 5 - Quiz

Noteer de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
Jullie zullen toch wel jullie mond houden tijdens deze voorstelling?

Slide 6 - Open question


Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Voorzetsel (vz)

Slide 7 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan er in onderstaande zin?
Ons nieuwe huis is mooi en groot.

Slide 8 - Open question


Ik zoek de betekenis van het woord straks even op
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel

Slide 9 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 10 - Open question


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel nagedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 11 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Deze kok heeft
 loempia’s met verschillende Aziatische smaken bedacht. 
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 12 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord

Slide 16 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord

Slide 17 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Uitleg:
Wederkerend voornaamwoord:

Hij schaamt zich.                        Je schaamt....             Ik schaam ........
Zij verbaast zich.....                 Je schaamt......               Ik schaam .....
Hij verhuist.

Slide 19 - Slide

Wat is geen wederkerend voornaamwoord?
A
me
B
haar
C
je
D
zich

Slide 20 - Quiz

Wat is het wederkerend voornaamwoord?

Nu moet hij ........... haasten




A
je
B
zich

Slide 21 - Quiz

Wederkerend voornaamwoord

Vergist hij zich nu niet ?
A
Vergist
B
hij
C
zich
D
niet

Slide 22 - Quiz

Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Hij verbrandt zich.
A
Hij
B
verbrandt
C
zich

Slide 23 - Quiz

Einde

Slide 24 - Slide