Puberteit

De puberteit
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Voeding-verzorgingSecundair onderwijs

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De puberteit

Slide 1 - Slide

Wat verandert er allemaal
in de puberteit?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat weten jullie allemaal rond de menstruatiecyclus?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoeveel dagen duurt de menstruatiecyclus onder 'normale' omstandigheden?
A
28 dagen
B
31 dagen
C
22 dagen
D
15 dagen

Slide 12 - Quiz

De menstruatie wordt beïnvloed door hormonen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

De ovulatie van de eicel begint in de baarmoeder.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

In welk voortplantingsorgaan rijpen de eicellen?
A
de baarmoeder
B
de eileider
C
de teelbal
D
de eierstok

Slide 15 - Quiz

Als je menstruatie langer duurt dan een week is er iets mis.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

menstruatiepijnen

Slide 17 - Slide

Wat weet jij over menstruatiepijn?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Hoe vang je menstruatiebloed op?

Slide 20 - Slide

Tampon
Maandverband
Menstruatiecup

Slide 21 - Drag question

p 91: Menstruatievocht heeft altijd een vieze geur.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

p 91: Tijdens de maandstonden mag je niet sporten en zwemmen.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

p91: 's Avonds heb je tijdens de maanstonden geen maandverband nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

p 91: Een tampon mag je 2 dagen laten zitten.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

p 91: Na het toiletgebruik veeg je de vagina schoon van voor naar achter.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

p 91: Om vieze geurtjes te vermijden, was je met een goed geparfumeerde zeep.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

p 91: Tijdens de menstruatie was je de schaamstreek 2 keer per dag.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

p 91: Jonge meisjes gebruiken beter een maandverband dan een tampon.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

p 91: Voor het inbrengen van een tampon was je beter eerst je handen.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Welke veranderingen ondergaat de jongen tijdens de puberteit?

Slide 31 - Mind map

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Op welke leeftijd bevindt men zich in de puberteit?
A
15 jaar tot 22 jaar
B
11 jaar tot 16 jaar
C
18 jaar tot 21 jaar
D
5 jaar tot 7 jaar

Slide 35 - Quiz

Meisjes bevinden zich eerder in de puberteit dan jongens.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Iedereen ervaart de puberteit op dezelfde manier.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

Hormonen zorgen voor de verschillende veranderingen in het lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

Welke veranderingen ondergaat het meisje tijdens de puberteit?

Slide 39 - Open question

Welke veranderingen ondergaat de jongen tijdens de puberteit?

Slide 40 - Open question

Wat heb ik
allemaal geleerd over de puberteit?

Slide 41 - Open question