HEy 8.1 Energiestromen

8.1 Energiestromen
Les 1
1 / 54
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

8.1 Energiestromen
Les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je licht de energiestromen in een voedselweb toe en noemt de factoren die van invloed zijn.
Je legt uit hoe je voedselrelaties in een ecosysteem in een ecologische piramide kunt weergeven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

consumenten zijn
A
heterotroof
B
autotroof

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn consumenten?
A
Organisme die hun eigen eten kunnen maken.
B
Organisme die een ander nodig hebben voor voeding.
C
Organisme die een ander nodig heeft voor bescherming.
D
Vleeseter

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een producent in de voedselketen?
A
Een organisme dat andere organismen eet.
B
Een organisme dat zijn eigen voedsel maakt, zoals een plant.
C
Een organisme dat alleen water drinkt.
D
Een organisme dat dood materiaal eet.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voedselweb?
A
Een keten waarbij de prooi en jager van plaats wisselen.
B
Een groep organismen die dezelfde prooi delen.
C
Een enkele keten waarbij elke soort dient als voedsel voor de volgende soort in de reeks.
D
Een netwerk van voedselketens die met elkaar verbonden zijn.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voedselketen?
A
Een reeks organismen die dezelfde prooi delen.
B
Een reeks organismen die op dezelfde plaats leven.
C
Een reeks organismen die onderling concurreren voor voedsel.
D
Een reeks organismen waarbij elke soort dient als voedsel voor de volgende soort in de reeks.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

In welke richting teken je de pijl in een voedselketen?
A
Naar de prooi
B
Naar de predator

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Voedselketen
De hoeveelheid energie die een producent vastlegt = 
Bruto Primaire Productie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen
De hoeveelheid energie die een producent zelf verbruikt/ verbrandt = 
Dissimilatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen
Een producent groeit als de BPP > dissimilatie.
Die groei heet 
Netto Primaire Productie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen
De groei van een consument (C1) heet Secundaire productie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

(ATP)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voedselconversie
Voedselconversie:
De hoeveelheid voedsel die nodig is voor 1 kg secundaire productie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voedselconversie: van de ene naar de andere schakel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welk verschil tussen runderen en insecten zal de belangrijkste oorzaak zijn van het grote verschil in voedselconversie tussen deze twee?
A
Runderen ademen met longen, insecten met tracheeën.
B
Runderen hebben een complexer spijsverteringsstelsel dan insecten.
C
Runderen hebben een constante lichaamstemperatuur, insecten niet.
D
Runderen hebben een endoskelet, insecten een exoskelet.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Reducenten
  • Afvaleters ruimen de dode organismen en uitscheidingen op
  • Bacteriën en schimmels zijn reducenten
  • Zei maken weer anorganische stoffen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Reducenten
Staaf-bol-spiraalvormige bacteriën 
Reducenten
Vele soorten schimmels

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoe groot is de bruto primaire productie van het ecosysteem dennenbos?
2/13
A
55.2
B
77.3
C
91.2
D
232.4

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Mosselen zijn om meerdere redenen belangrijk in hun ecosysteem. Het voedsel van mosselen bestaat voornamelijk uit plantaardig plankton dat rondzweeft in het water. En mosselen dienen op hun beurt weer als voedsel voor bijvoorbeeld eenden, scholeksters, zilvermeeuwen, zeesterren en krabben. Mosselen zijn ...
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is "energiestroom"?
A
Stof waarin veel energie opgeslagen zit.​
B
De plaats van een organisme in een voedselketen.​
C
de biomassa
D
Als energie wordt doorgegeven aan het volgende trofische niveau.​

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke termen passen bij de koolmees?
A
Consument 2e orde, heterotroof
B
Consument 3e orde, heterotroof
C
Consument 2e orde, autotroof
D
Consument 3e orde, autotroof

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot is de BP
(in ml zuurstof/uur) bij de
punten P, Q en R?
A
bij P; BP= 0 bij Q: BP= 200 bij R; BP = 450
B
bij P; BP= 200 bij Q: BP= 0 bij R; BP = 250

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer zal er bij een producent sprake zijn van groei?
A
Als de BPP groter is dan de dissimilatie
B
Als de BPP kleiner is dan de dissimilatie
C
Als de BPP gelijk is aan de dissimilatie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

NPP =
A
BPP - dissimilatie
B
BPP + dissimilatie
C
BPP - assimilatie
D
BPP + assimilatie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bacteriën horen bij de reducenten. Wat doen reducenten ook alweer?
A
energierijke stoffen omzetten in energiearme stoffen
B
energiearme stoffen omzetten in energierijke stoffen
C
planten omzetten in mineralen
D
stinkende stoffen produceren in slootjes

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Reducenten zijn ...
A
Bacteriën en schimmels
B
Planten
C
Insecten
D
Krabben

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
8.1 Energiestromen
Maken opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6
Nakijken

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

8.1 Energiestromen
Les 2

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je licht de energiestromen in een voedselweb toe en noemt de factoren die van invloed zijn.
Je legt uit hoe je voedselrelaties in een ecosysteem in een ecologische piramide kunt weergeven.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Consument
Producent
Reducent

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Wie zijn reducenten?
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Deze bacteriën horen bij de reducenten. Wat doen reducenten ook alweer?
A
organische stoffen omzetten in anorganische stoffen
B
anorganische stoffen omzetten in organische stoffen
C
planten omzetten in mineralen
D
stinkende stoffen produceren in slootjes

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Consumenten
producenten
reducenten

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Maak de voedselketen

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Juist of onjuist? De netto primaire productie bij algen is gelijk aan de bruto primaire productie min de dissimilatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Consument 1e orde
Consument 2e orde
Consument 3e orde
Consument 4e orde
Consument 5e orde
Producent
Reducent

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Piramide van aantallen:
Heeft niet altijd een echte  piramide vorm
Piramide van biomassa: 
Heeft een echte piramide vorm

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa
Biomassa: totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organismen
Piramide van biomassa: In een piramide van biomassa kijk je naar de hoeveelheid biomassa die elke schakel heeft

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft ALTIJD een piramidevorm

  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Verstoring van de voedselketen
Verstoring is een gebeurtenis waardoor een snelle, blijvende verandering optreedt in een ecosysteem. 
Bv. overbevissing of bosbranden.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Verstoring
 Bij een voedselketen zorgen door mensen bedachte gifstoffen voor verstoring.

Door bij chemische bestrijding stoffen te gebruiken die persistent zijn, hopen deze op in de voedselketen: accumulatie.

  • Biologische bestrijding: introductie van een roofdier van de plaagsoort.
  • Chemische bestrijding: het bestrijden door middel van chemische stoffen.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

overbevissing

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
muggenlarve
snoek
kikkervisje
waterkever
baars
algen

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

de biomassa van de planteneters is kleiner dan de biomassa van insectenetende vogels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Welke piramide is de piramide van biomassa?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramidevorm?
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren
D
Er zijn altijd meer consumenten

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Welke pijlen geven de energie weer die bij de verbranding wordt vrijgemaakt?
A
2, 6
B
3, 5
C
1, 4, 6
D
2, 4, 5

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Wat is biomassa?
A
Alle planten in een ecosysteem
B
Het gewicht van een groep organismen in een ecosysteem
C
Alle biotische factoren in een ecosysteem
D
Het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Accumulatie is ...
A
.. het ophopen van gifstoffen in het milieu
B
.. het afbreken van gifstoffen door het milieu
C
.. het afbreken van gifstoffen door een ziekteverwekker
D
.. het ophopen van gifstoffen in organismen

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

De piramide in de afbeelding is een piramide van ...
A
Aantallen
B
Biomassa
C
Organismen
D
een voedselweb

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
8.1 Energiestromen
Maken opdr. 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13
Nakijken

Slide 54 - Slide

This item has no instructions