2.1 & 2.2

2.1 & 2.2   Egypte: land van landbouw en farao
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.1 & 2.2   Egypte: land van landbouw en farao

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • hoe in Egypte een succesvolle landbouw ontstond
  • hoe een deel van de bevolking ging leven van ambachten
  • hoe dorpen uitgroeiden tot steden
  • hoe de farao met behulp van ambtenaren het land bestuurde



Slide 2 - Slide

Landbouw langs de Nijl
In Egypte was het natuurlijk milieu langs de Nijl heel geschikt voor de landbouw. De rivier overstroomde iedere zomer en maakte de grond vruchtbaar.

Ook de rest van het jaar had de landbouw water nodig. Daarvoor bedachten de Egyptische boeren systemen van irrigatie.
Hierdoor was er in Egypte een bloeiende landbouw met grote oogsten.


Slide 3 - Slide

Ambachten
Door de bloeiende landbouw ontstonden landbouwoverschotten: oogsten die een boer niet zelf nodig heeft.
Hierdoor ging een deel van de bevolking leven van ambachten: beroepen waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap.
Er ontstond specialisatie: als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid, zoals brood bakken of schoenen maken. Hierdoor ontstonden meer beroepen.

Slide 4 - Slide

Handel
Egyptenaren ruilden producten van landbouw en ambachten met elkaar. Er bestond nog geen geld.
Een koper en verkoper spraken samen af wat ze met elkaar ruilden. Voor de ruilhandel ontstonden markten: waar mensen handelen.
Sommige mensen gingen zorgen voor inkoop en verkoop en vervoer van producten. Zij dreven handel: kopen en verkopen.

Slide 5 - Slide

Steden
Door de bloeiende economie kwam er veel welvaart in Egypte. Mensen werden gezonder en leefden langer. De bevolking groeide.

Marktplaatsen groeiden uit tot steden. Zo ontstond in Egypte omstreeks 3500 v.C. een landbouwstedelijke samenleving.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (samenlevingen) is een kenmerkend aspect van de tijd van jagers en boeren.


Slide 6 - Slide

doelen
Door de bloeiende economie kwam er veel welvaart in Egypte. Mensen werden gezonder en leefden langer. De bevolking groeide.

Marktplaatsen groeiden uit tot steden. Zo ontstond in Egypte omstreeks 3500 v.C. een landbouwstedelijke samenleving.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (samenlevingen) is een kenmerkend aspect van de tijd van jagers en boeren.


Slide 7 - Slide

Egypte wordt één staat
In Egypte kwamen gebieden onder bestuur van een leider. Boeren betaalden belasting aan de leiders. Ambtenaren hielpen de leiders met het bestuur.
Na een tijd bestond Egypte uit twee koninkrijken met elk een vorst aan het hoofd.
Omstreeks 3000 v.C. werd Egypte één staat toen Beneden-Egypte werd verslagen door de koning van Boven-Egypte.

Slide 8 - Slide

Farao
In Egypte kwamen gebieden onder bestuur van een leider. Boeren betaalden belasting aan de leiders. Ambtenaren hielpen de leiders met het bestuur.

Na een tijd bestond Egypte uit twee koninkrijken met elk een vorst aan het hoofd.
Omstreeks 3000 v.C. werd Egypte één staat toen Beneden-Egypte werd verslagen door de koning van Boven-Egypte.


Slide 9 - Slide

Bestuur
De farao gebruikte ambtenaren voor het bestuur van de staat, zoals bestuurders van provincies en belastingontvangers.

Als belasting leverden boeren landbouwproducten. Hiermee werden ambtenaren betaald en noodvoorraden aangelegd.
Ze werkten ook mee aan koninklijke bouwwerken, zoals piramiden.


Slide 10 - Slide

Schrift
De farao gebruikte ambtenaren voor het bestuur van de staat, zoals bestuurders van provincies en belastingontvangers.
Als belasting leverden boeren landbouwproducten. Hiermee werden ambtenaren betaald en noodvoorraden aangelegd.
Ze werkten ook mee aan koninklijke bouwwerken, zoals piramiden.

Slide 11 - Slide

Veroveringen
Onder sterke farao’s was de Egyptische staat een eenheid; onder zwakke farao’s ontstond verdeeldheid.
Omstreeks 1500 v.C. ontstond door veroveringen een groot Egyptisch rijk: gebied met een regering.
In 525 v.C. werd Egypte veroverd door de Perzen.

Slide 12 - Slide