3.4

1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
PAK JE PLENDA EN NOTEER:
Maken: opdracht 66, 67 68 en 69 af voor morgen (4 maart)

- Opdracht 56, 57, 58, 61 bespreken (15 min) 
Uitleg 3.4 (15 min)
Opdrachten maken (15 min)
Nabespreking (laatste 5 minuten)

Slide 2 - Slide

56. Vul in
De Romeinen hadden het koningschap overgenomen van de ... Bij dat volk hadden ook al de ... families het bestuur in handen. De generaal die Gallië veroverde heette ... Dat was van .. tot .. v.Chr.

Slide 3 - Slide

De Romeinen hadden het koningschap overgenomen van de Etrusken  Bij dat volk hadden ook al de rijkste en oudste families het bestuur in handen. De generaal die Gallië veroverde heette Julius Caesar Dat was van 58 tot 50 v.Chr.

Slide 4 - Slide

57. Waarom passen de afbeeldingen en de afkortingen SPQR op de mozaïekvloer goed bij elkaar? Leg van beide uit wat het voorstelt of betekent

Slide 5 - Slide

Antwoord: Het is een verbeelding van de mythe van de stichting van Rome. De stichters, Romulus en Remus werden door een wolf gezoogd. De afkorting betekent dat de Romeinen alles deden uit naam van de senaat en het volk van Rome. Samen stellen ze Rome voor.

Slide 6 - Slide

58. Waardoor kregen consuls geen kans om tot een soort koning uit te groeien?

Slide 7 - Slide

58. Waardoor kregen consuls geen kans om tot een soort koning uit te groeien?



1. Ze mochten niet langer dan een jaar in functie blijven
2. Ze hadden niet alleen de macht en konden elkaar in de gaten houden

Slide 8 - Slide

61. Waarom was het een doodzonde voor de generaals om met hun legioen de Rubicon over te steken, maar deed Caesar dat toch?

Slide 9 - Slide

61. Waarom was het een doodzonde voor de generaals om met hun legioen de Rubicon over te steken, maar deed Caesar dat toch?
Machtige generaals konden op die manier oprukken naar Rome; dit was een bedreiging voor het senaat en de consuls. Caesar kreeg het bevel om zijn legioenen af te danken aan Gallië. 

Slide 10 - Slide

Het Romeinse Rijk


4. Koningstijd, republiek, keizertijd

Slide 11 - Slide

Leerdoel
Hoe werd het Romeinse rijk van een monarchie een republiek en uiteindelijk toch weer een keizerrijk?

Deze beantwoorden we  samen aan het eind van de les!

Slide 12 - Slide

Koningstijd 755 v. Chr-509 v. Chr.
  • Tarquinius Superbus verjaagd, laatste koning Rome=> hij was volgens de Romeinen wreed en arrogant.

  • Geen monarchie meer.

  • Nooit mocht 1 persoon meer zoveel macht krijgen en niet meer erfelijke macht overgeven aan zoon.

  • Rome werd een Republiek (staatsvorm zonder koning en burger bestuur) met aristocratie (bestuur met rijke mensen, meestal edelen).

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Republiek 509 v. Chr- 30 v. Chr.
  • Bestuur Republiek:
  1. 2 Consuls: hoogste bestuurders, legeraanvoerders Rome.
  2. Senaat: Senatoren geven advies aan de consuls. Meeste macht in het  bestuur.
  3. Volkstribunen: beschermers van het volk. Met vetorecht alle beslissingen van de Senaat en consuls tegenhouden.
  • Stemmen in volksvergadering van de rijken telden meer dan van de gewone burgers.

Slide 15 - Slide

  • In de 1e eeuw v. Chr. waren de legercommandanten machtiger geworden dan de senaat. Senaat en consuls wilden niet meewerken om hun zo meer macht te geven.
  • Gevolg: ze probeerden wetten via de volksvergaderingen in te voeren, zoals over gratis graan en verdeling van grond. De volkstribunen moesten die indienen, zo kreeg het volk meer macht. 

Slide 16 - Slide

Burgeroorlogen 1e eeuw v. Chr. 
  • Burgeroorlog

  • Generaals met elkaar in oorlog om de macht=> Julius Caesar won in 45. v. chr en riep zichzelf uit tot dictator voor het leven. Hij ging nu alleen Rome besturen. => in 44 . v. chr vermoord door Senatoren.

  • Senatoren wilden de Republiek terug.

Slide 17 - Slide

Keizertijd 30 v. Chr.-476 na Chr. Romeinse Rijk werd weer een monarchie.
  • Na moord op Caesar burgeroorlogen tussen aanhangers van Caesar en de moordenaars van hem. Later tussen Octavianus en Marcus Antonius onderling.
  • Octavianus wint 31. v. Chr. => Gevolg: 
Hij zegt tegen de Senaat dat hij de Republiek hersteld heeft en dat de Senaat weer de macht heeft. Krijgt van de Senaat de titel Augustus= verhevene=> 1e keizer Romeinse rijk Caesar Augustus.

Slide 18 - Slide

Augustus krijgt alle macht van de Senaat:
  1. opperbevelhebber leger
  2. consul onbepaalde tijd
  3. hoogste priester
  4. beheerder schatkist
  5. volkstribuun met vetorecht
  • Krijgt als privé bezit Egypte zodat hij altijd graan kan uitdelen
  • Augustus alle macht=>zorgt voor rust, welvaart en vrede in Romeinse Rijk (Pax Romana: Romeinse vrede)

Slide 19 - Slide

Bestuur keizertijd
  • Senaat, consul, volkstribuun bleven bestaan naast de keizer
  • Niemand wilde terug naar de Republiek met burgeroorlogen, hongersnood, politieke ruzies. 
  • Keizer benoemde gouverneurs voor bestuur provincies, bestuurders in rechtspraak en financiën, generaals.
  • Apart keizerlijk bestuur naast Senaat.
  • Keizer werd vereerd als God.



Slide 20 - Slide


  • Keizers probeerden de macht te houden door:
  1. volk tevreden te houden door 'brood en spelen'=> voedsel uitdelen en vermaak houden zoals theaters en gladiatorengevechten.
  2. leger tevreden door ze meer salaris en buit geven.
  3. senaat tevreden houden door ze om advies te vragen.

Slide 21 - Slide

Doen
Maken: opdracht 66, 67 68 en 69
Lesdoel uitwerken: Hoe werd het Romeinse rijk van een monarchie een republiek en uiteindelijk toch weer een keizerrijk?
Klaar? Paragraaf 5 lezen en samenvatten

Slide 22 - Slide

Hoe werd het Romeinse rijk van een monarchie een republiek en uiteindelijk toch weer een keizerrijk?

Slide 23 - Slide