Geheugen en leren

Geheugen
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geheugen

Slide 1 - Mind map

Drie type geheugenopslag

Slide 2 - Slide

We kunenn deze vormen van geheugen onderscheiden

1. Functie
2. De hoeveelheid informatie dat het vast kan houden
3. De lengte in tijd waarin de informatie kan worden vast gehouden.

Slide 3 - Slide

Sensorische geheugen
Functie: sensorische informatie vashouden en bepalen of het belangrijke informatie is.
Hoeveelheid: veel informatie, maar voor een hele korte tijd
Duur: 1 seconde voor zicht 
                 5-8 seconde voor gehoor

Slide 4 - Slide

Werkgeheugen
Functie: een tijdelijke opslagplaats van taak-relevante informatie in de hersenen (vooral bij actieve denkprocesen) . 
Hoeveelheid
Hoeveelheid: 7 elementen( afhakelijk van de samenhang ''chunks'' =informatie met een logiese samenhang
Duur: Een paar seconde ( wanneer er geen aandacht meer is voor de informatie).
Plaats: Hippocampus

Slide 5 - Slide

Met welke computeronderdeel kan je het werkgeheugen vergelijken?

Slide 6 - Open question

Lange termijn geheugen
Functie: slaat informatie op die voor lange tijd in de hersenen is opgeslagen.
Hoeveleeheid: Vrijwel onbeperkt
Duur: Dagen tot en met hele leven
Plaats: Hersenschors

Slide 7 - Slide

Aandacht beperkt de hoeveelheid informatie dat in het werkgeugen terecht komt.

Slide 8 - Slide

Wat gebeurd met informatie als je aan het leren bent?

Slide 9 - Open question

volgende activiteit

Slide 10 - Slide

op welke manier is de informatie in onze geheugens gerangschikt?

Slide 11 - Open question

je vult een zoekterm in en je krijgt informatie dat met deze term geassocieerd wordt
Iets wat je geugen laat ophalen wordt een ''retrieval cue genoemd

Slide 12 - Slide

''Association by contiguity''
verschillende dingen die je met elkaar associeert omdat je ze vaak samen ziet.



bedenk zelf voorbeelden.

''Association by similarity''
Verschillende dingen die je met elkaar associeer omdat die dingen gemeenschappelijke kemerken bezitten.

bedenk zelf voorbeelden.

Slide 13 - Slide

Leren

Slide 14 - Mind map


Slide 15 - Slide

pfqdwxnmq

Slide 16 - Slide