Bloed les 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, t, havo
• Leerjaar 2

het hart.

Het hart & de bloedvaten 

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

• Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
  
• Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.
  
• De functies van de verschillende kleppen in het hart benoemen.
• Kun je aangeven wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.

Wat kun jij vertellen over het hart?

het hart aan de buitenkant 

het hart aan de binnenkant

Oefen de onderdelen van het hart regelmatig

biologiepagina.nl/Oefeningen/Hart/hartonderdelen.htm

Oefen op een vaste volgorde

Zie Magister Mail oefenblad hart

zuurstofrijk bloed

zuurstofrijk bloed 

* in tekeningen vaak rood gekleurd

* stroomt van het hart af, richting de organen

zuurstofarm bloed 

zuurstofarm bloed

* In tekeningen vaak blauw gekleurd

* stromen naar het hart toe, van de organen af.

Bloedvaten 

Slagaders

Aders

Haarvaten

Slagaders

Bloed stroomt weg van het hart

bloed stroomt naar organen toe

bloed is zuurstofrijk (behalve de longslagader)

wanden zijn dik en elastisch

veel kracht > bloeddruk is hoog

Liggen diep in het lichaam.

Aders

Bloed stroomt van de organen weg

Bloed stroomt terug naar het hart.

Bloed is zuurstofarm (behalve de longader)
Bloeddruk in de aders is laag; je voelt geen hartslag

Wanden van aders zijn dunner dan de wanden van slagaders

Aders hebben kleppen

Haarvaten

• ze hebben een 1 cel dunne wand 
• Bloedplasma met zuurstof en voedingsstoffen kunnen door de wand heen.
• Haarvaten brengen zuurstof naar de organen, en zorgen dat afvalstoffen weer afgevoerd worden.
• Ook witte bloedcellen kunnen door de dunne wand heen

Waar ligt je hart

1. Borstholte
2. Buikholte

Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?

1. regelmatig sporten
2. veel groente eten
3. weinig groente eten
4. weinig bewegen en vet eten

Waar liggen de kransslagaders?

1. In je hoofd
2. In je longen
3. In je hart
4. In je benen

Waar zitten de hartkleppen?

1. Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
2. Tussen het hart en de aorta en longslagader
3. Tussen de boezems en kamers in het hart
4. In de aders die naar het hart toelopen

Zitten de boezems boven of onder in het hart?

1. boven
2. onder

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en één cel dik

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en vervoer bijna altijd zuurstofrijk bloed

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Hoe vaak gaat het bloed door het hart wanneer bloed vanaf de darmen naar je hersenen gaat?

1. 1x
2. 2x
3. 3x
4. 4x

Wat is de functie van het hart

1. Bloed rondpompen
2. zuurstof door het lichaam pompen
3. koolstofdioxide door het lichaam pompen

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en heb kleppen

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust

1. 30
2. 50
3. 70
4. 90

Hoeveel kamers heeft het hart?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en ik kan de hartslag voelen

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Ik vervoer zuurstofarm bloed maar ben wel een slagader

1. navelstrengslagader
2. halsslagader
3. poortslagader
4. longslagader

Wat is de functie van de kleine bloedsomloop

1. zuurstof brengen naar organen
2. zuurstof ophalen in de longen

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en vervoer bloed van het hart naar de organen

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en en hier vindt uitwisseling van voedingsstoffen, gassen en afvalstoffen plaats

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Wie ben ik?
Ik ben een bloedvat en ik vervoer het bloed naar het hart terug

1. ader
2. slagader
3. haarvaten

Wie ben ik: Ik vervoer koolstofdioxide, hormonen en voedingsstoffen

1. witte bloedcel
2. rode bloedcel
3. rode bloedplaatjes
4. bloedplasma

Wie ben ik ik ben een bloedcel en vervoer zuurstof

1. witte bloedcel
2. rode bloedcel
3. rode bloedplaatjes
4. bloedplasma

Wie ben ik: Ik zorg dat lichaamsvreemde stoffen opgeruimd worden

1. witte bloedcel
2. rode bloedcel
3. rode bloedplaatjes
4. bloedplasma

Wie ben ik. Ik ben een bloedcel en heb ijzer nodig om te functioneren

1. witte bloedcel
2. rode bloedcel
3. rode bloedplaatjes
4. bloedplasma

Wie ben ik: Ik zorg dat er een korstje op een wondje ontstaat

1. witte bloedcel
2. rode bloedcel
3. rode bloedplaatjes
4. bloedplasma

Wat is trombose? En welke bloedonderdeel is hierbij betrokken?