Nieuwe uitleg - if vs. when
When I finish school, I’ll travel.
➤ Je gaat ervan uit dat je school ooit af is.
If I win the lottery, I’ll travel.
➤ Tja, misschien wel, misschien niet – grote kans van niet.
When I get a dog, I’ll name it Max.
➤ Je plant het of je verwacht het.
If I get a dog, I’ll name it Max.
➤ Je weet nog niet of je er een krijgt.