11.3 Zwangerschap deel 2

Ben je startklaar?
- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Jas aan de kapstok of in je kluisje.

- Tas van tafel.

- Pet of capuchon af.

- Boek en laptop op tafel.

Log in in LessonUp en draai je laptop om!


 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ben je startklaar?
- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Jas aan de kapstok of in je kluisje.

- Tas van tafel.

- Pet of capuchon af.

- Boek en laptop op tafel.

Log in in LessonUp en draai je laptop om!


 

Slide 1 - Slide

11.3 Zwangerschap
Deel 2

Slide 2 - Slide

Planning
  • Quiz
  • Uitleg
  • Huiswerk
  • Afsluiten
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap.
  • Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingsstoffen krijgt.
  • Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind.
  • Je kunt beschrijven hoe het bloed door een ongeboren kind stroomt.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling.
  • Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.





Slide 3 - Slide

15 seconden per vraag!

Slide 4 - Slide

Welk hart pompt het bloed door de navelstrengslagader: dat van de moeder of dat van het kind?

A
Moeder
B
Kind

Slide 5 - Quiz

timer
1:00
Ovulatie
Bevruchting
Celdeling
Innesteling

Slide 6 - Drag question

Ovale venster
Ductus venosus
Navelstrengader
Navelstrenslagaders
Ductus Botalli
Aorta
Plancenta

Slide 7 - Drag question

Hoe gaat de bevalling?
Wee = samentrekken van de spieren in de baarmoederwand; de baarmoedermond gaat door weeën open

Indaling = de baby komt met het hoofdje naar beneden in het bekken van de vrouw te liggen


Na 40 weken: bevalling

Slide 8 - Slide

Hoe gaat de bevalling?
Ontsluiting = De baarmoedermond gaat open.  Vlak voor of tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen en loopt het vruchtwater via de vagina naar buiten.

Uitdrijving
Sterke persweeën duwen de baby door de vagina naar buiten.

Nageboorte
 Een of meer weeën duwen de placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng naar buiten.




Slide 9 - Slide

Stuitligging en dwarsligging
De baby ligt voor de geboorte niet altijd met het hoofd naar beneden, voor de baarmoedermond.

Stuitligging = de billen worden eerst geboren en dan pas het hoofdje. 

Dwarsligging = de baby kan niet via de vagina geboren worden. De arts besluit dan een keizersnede te doen. 

Keizersnede = een operatie, waarbij een chirurg een snee maakt onder in de buik. Soms ligt de placenta voor de baarmoedermond. Ook dan wordt een keizersnede uitgevoerd.

Slide 10 - Slide

Tweelingen
Eeneiige tweeling = ontstaat uit één bevruchte eicel, dus uit één eicel en één zaadcel. 

Twee-eiige tweeling = als er bij de eisprong twee eicellen tegelijk vrijkomen en bevrucht worden.

Slide 11 - Slide

Wat?
Maken: 11.3 opdr. 12 t/m 19
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?
Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Maak een samenvatting of mindmap van paragraaf 11.1 en 11.2
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de stof. 

Slide 12 - Slide

Klassikaal bespreken

Hoe ging het vandaag?

Wat heb je geleerd?
Afsluiten

  • Wachten met opruimen!
  • Blijf zitten tot de bel gaat
  • Vergeet straks je stoel niet aan te schuiven

Volgende les
- Bevalling
- Tweeling
- Herhaling

Slide 13 - Slide