Present Simple Review 2hve

The Present Simple
Present Simple
1 / 48
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

The Present Simple
Present Simple

Slide 1 - Slide

The Present Simple
Wat is het "Present Simple"?
De "Present Simple" is een Engelse werkwoordsvorm. Een normale Present Simple zin ziet er als volgt uit:
               We eat french fries every Sunday. 
Hoeveel werkwoorden zie je in deze normale "Present Simple" zin?
Waarom denk je dat het 'Simple' wordt genoemd?

Slide 2 - Slide

The Present Simple
Wat is de present simple?

Een normale "present simple" zin heeft slechts één werkwoord in de tegenwoordige tijd.

Sleep de zinnen op de volgende dia naar het juiste vak en zet ze neer. Kijk naar het aantal werkwoorden en de tijd. 








Slide 3 - Slide

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We danced all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Not Present Simple
1
2
3
4
5

Slide 4 - Drag question

The Present Simple
Wanneer gebruikt je de "present simple"?

Nu weet je hoe de huidige eenvoud eruitziet. Maar wanneer gebruik je het?
We gebruiken de present simple als we het hebben over:
- Feiten
De luipaard rent erg snel.
- Routines
Harry speelt elke woensdag voetbal.

Slide 5 - Slide

The Present Simple
Hoe kun je de "present simple" herkennen?

In een zin weet je of het een feit of routine is door naar signaalwoorden te kijken.
Woorden als every day (alledaags), never (nooit), always (altijd), every Wednesday (elke woensdag) vertellen je dat het over een routine gaat. Het komt vaak voor.

Als er geen signaalwoorden zijn, vertelt de zin u een feit.

Slide 6 - Slide

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are not?
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week

Slide 7 - Drag question

Great work!

Slide 8 - Slide

The Present Simple
Hoe ziet de "present simple" eruit?

In een zin weet je of het een feit of routine is door naar signaalwoorden te kijken.

Woorden als alledaags, nooit, altijd, elke woensdag vertellen je dat het over een routine gaat. Het komt vaak voor.

Als er geen signaalwoorden zijn, vertelt de zin u een feit

Slide 9 - Slide

The Present Simple
De SHIT Regel

De SHIT Regel heeft te maken met She, He, en IT.

De regel is:
If the subject is a he, she or it, the verb gets +s.
Dus.... als het onderwerp hij, zij of het is, krijgt het werkwoord +s.

So I dance becomes She dances.


Slide 10 - Slide

Leg de SHIT regel in je eigen antwoorden uit.

Slide 11 - Open question

The Present Simple




The SHIT Rule

For the next exercise, try to make logical sentences. 
Also think about the correct use of the SHIT Rule.


Slide 12 - Slide

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow

Slide 13 - Drag question

The Present Simple
Questions

The verb 'to be' is a special one. 
If the first verb in the sentence is am, is, or are, you switch it with the subject.

She is very beautiful.  becomes  Is she very beautiful?

'Is' switched places with the subject. In these cases, you don't use 'do' or 'doesn't'.


Slide 14 - Slide

The Present Simple

Vragen 

Om een "present simple" vraag te maken, moet je het werkwoord "Do" voor de zin plaatsen:

 I like ice cream.     wordt     Do I like ice cream?

Als het onderwerp een he, she of it (hij, zij of het) is, moet je "Does" voor de zin plaatsen. 

Kijk ook wat er gebeurt met de + s van het originele werkwoord.

Bob plays football.   wordt  Does Bob play football?


Slide 15 - Slide

The old man always sits in his chair.
the old man always
in his chair?
Turn the normal present simple sentence into a question
Do
Does
Is
sits
sit
sitting
Did

Slide 16 - Drag question

She is my best friend.
she 
my best friend?
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did

Slide 17 - Drag question

The Present Simple

Vragen


Verander voor de volgende oefening de normale "present simple" zin in een vraag. 

Denk aan hoofdletters, vraagtekens en de SHIT-regel (DO  / DOES)!


Slide 18 - Slide

My dog likes meat.

Slide 19 - Open question

That tree looks 100 years old.

Slide 20 - Open question

I always go to parties.

Slide 21 - Open question

The Queen of England plays golf every evening.

Slide 22 - Open question

The girls always wear the same dresses.

Slide 23 - Open question

They are at the club every Tuesday evening.
they
at the club every Tuesday evening?
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did

Slide 24 - Drag question

My sister likes everything pink.
my sister
everything pink?
Do
Does
Is
Be
likes
like
Did

Slide 25 - Drag question

You are doing great!

Take a moment to relax with this short minions clip!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

The Present Simple
Negations

Now you know how to make a normal present simple sentence and questions in the present simple.

Nu gaan we kijken naar ontkenningen.


Slide 28 - Slide

The Present Simple
Wat is een ontkenningen?


Ontkenningen vertellen je dat er iets niet gebeurt.
Je kunt het woord "not" in ontkenningen zien, maar bijna altijd als een korte vorm "n't", zoals in don't or doesn't.


Een voorbeeld van een ontkenninge is:
                             She doesn't see very well. 


Slide 29 - Slide

The Present Simple
Hoe maak je een ontkenning?
Dus je maakt een ontkenning door "not" of "n't" aan de zin toe te voegen. Denk aan de SHIT-regel!

Dus niet op deze manier:
                                        I like not cookies. 
Maar wél op deze manier:
                                       I don't like cookies 


Slide 30 - Slide

The Present Simple
De SHIT-regel en ontkenningen 

Kijk wat er met het werkwoord in deze zin gebeurt als we er een ontkenning van maken:

                                 He plays video games every day.

                        He doesn't play video games every day.

De + s verdwijnt na "don't" of "doesn't". Hetzelfde gebeurde met de vragen!

Slide 31 - Slide

The Present Simple


Negations

In the next exercise, try to turn the normal present simple into a negation. Pay attention to capital letters, full stops and the SHIT Rule.

                                     Use short forms!

Slide 32 - Slide

The girls wear the same dresses.

Slide 33 - Open question

The boy always cleans his plate after eating.

Slide 34 - Open question

They give out flyers every morning.

Slide 35 - Open question

The sun shines very brightly.

Slide 36 - Open question

Minions like bananas very much.

Slide 37 - Open question

The Present Simple
Ontkenningen
met "to be"

Nogmaals, het werkwoord 'to be' is bijzonder.
Als het eerste werkwoord in de zin "am", "is" of "are", kun je gewoon "not"  toevoegen. Je kunt ook "isn't" of "aren't" gebruiken. 

I am an English teacher. 
wordt
I am not an English teacher.


Slide 38 - Slide

The Present Simple




Negations

For the next exercise, turn the normal present simple sentences into negations. Pay attention to capital letters, periods, and the SHIT Rule!
                                    Use short forms!


Slide 39 - Slide

I am a very happy person.

Slide 40 - Open question

She wears her best dress on Sundays.

Slide 41 - Open question

My dog is almost deaf.

Slide 42 - Open question

They are at the pool every week.

Slide 43 - Open question

My baby brother usually vomits after dinner.

Slide 44 - Open question

Congratulations! 
You have finished this lesson.


Slide 45 - Slide

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 46 - Open question

Wat vond je moeilijk in deze les?

Slide 47 - Open question

The Present Simple
Present Simple

Slide 48 - Slide