Paragraaf 7.7/6.2: Voedselproductie

Welkom!
Pak je spullen:
  • Laptop
  • Biologie boek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je spullen:
  • Laptop
  • Biologie boek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhaling paragraaf 6.1 (VWO) en paragraaf 7.5 (HAVO)
  • Uitleg Paragraaf 6.2  (VWO) en Paragraaf 7.7 (HAVO)

  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Paragraaf 7.7/6.2: Voedselproductie

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen.

2. Ik kan uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn.

3. Ik kan de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven.

Slide 7 - Slide

Eutrofiëring?

Slide 8 - Mind map

Vermesting (eutrofiëring)
= overbemesting van de bodem, waardoor er veel voedingsstoffen in het oppervlaktewater komt (verstoring evenwicht)
Eutrofiëring

  • Stalmest: via reducenten
  • Kunstmest (anorganisch)

Meer voedingsstoffen -->  algen in het voordeel over waterplanten --> minder licht 
--> nadeel waterplanten
Wanneer algen sterven --> afbraak door reducenten --> zuurstof gebrek water --> vissensterfte

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bestrijding plagen en ziektes
Monocultuur = op grote oppervlakte één soort gewas verbouwen --> maakt efficiënt bewerken mogelijk
Nadelen:
  • Groot voedselaanbod en ontbreken natuurlijke vijand --> plagen
  • Makkelijke verspreiding ziektes

Oplossing?
  • (Preventieve) bestrijding: chemisch, mechanisch en biologisch

Slide 11 - Slide

Chemische bestrijding
Pesticiden:
  • Insecticiden/herbiciden
  • Effectief
  • Soortspecifiek vs. niet-soortspecifiek

Nadelen:
  • Doodt ook nuttige soorten
  • Resistentie
  • Persistent: zeer langzame afbraak --> accumulatie
  • Uitspoelen --> vervuiling drinkwater

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Biologische bestrijding
Natuurlijke vijanden 
  • Predatoren (= roofdieren)
  • Parasieten (bijv. sluipwespen bij witte vliegen)
  • Ziekteverwekkers (zoals bacteriën en schimmels)

Vruchtwissel:
  • ziekteverwekkers verdwijnen
  • betere benutting voedingsstoffen

Voordelen:
  • soort specifiek
  • geen accumulatie gifstoffen
  • geen resistentie
Nadeel:
  • Natuurlijke vijand niet plaatsgebonden

Slide 14 - Slide

Wanneer mag je een product biologisch noemen?

Slide 15 - Mind map

Biologische landbouw
 = landbouw met specifieke regels voor akkerbouw en veeteelt
  • Geen kunstmest en niet meer voedingsstoffen dan nodig
  • Geen monocultuur
  • Natuurlijke vijanden tegen plagen
  • Biologisch geteeld veevoer
  • Standaard minimale leefruimte/welzijn
  • Geen preventieve antibiotica

Slide 16 - Slide

Verandering van erfelijke eigenschappen
- Klassieke veredeling
- Genetische modificatie




Slide 17 - Slide

 veredeling

Slide 18 - Slide

Genetische modificatie

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Veredeling
  • Kwekers ontwikkelen steeds nieuwe plantenrassen.

  • Stappen klassieke veredeling; kruisen, kweken, selecteren, vermeerderen 

Slide 21 - Slide

Overbevissing?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Video

Lesdoelcheck:
Kan ik:
- de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen?
- uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn?
- de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven?

Slide 24 - Slide

Aan de slag!

HAVO:
Paragraaf 7.7: opdrachten 51 t/m 58

VWO:

Paragraaf 6.2: opdrachten 17 t/m 26

Slide 25 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?




Slide 26 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Stikstofbacteriën in de wortelknolletjes vormen een belangrijke schakel in de stikstofvoorziening van de plant.

Welke van de onderstaande beweringen geeft deze rol juist weer? De bacterie zet......
A
anorganische stikstofverbindingen om in andere anorganische stikstofverbindingen
B
anorganische stikstofverbindingen om in organische stikstofverbindingen.
C
organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen.
D
organische stikstofverbindingen om in andere organische stikstofverbindingen.

Slide 29 - Quiz

De door de bacterie geleverde stikstofverbindingen worden in de plant gebruikt voor assimilatie.
Welke van onderstaande stoffen bevatten als gevolg van deze assimilatie stikstof?
A
Aminozuren
B
Cellulose
C
Glucose
D
Vetzuren

Slide 30 - Quiz