Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel.



Huiswerk gelukt?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel.



Huiswerk gelukt?

Slide 1 - Slide

Terugblik
Hoe zat het ook alweer:

> Zelfstandig naamwoord
> Lidwoord
> Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Deze les:
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Keuze 1:

Theorie al bekend? 

- Lees het groene blokje op blz. 214 even door ter herhaling

- Maak opdracht 2, 5 en 6.


Keuze 2

Theorie nieuw of nog moeilijk? 

- Doe mee met de uitleg en de gezamenlijke oefening.

Slide 4 - Slide

Zelfstandig werkwoord (zww)


Zegt wat iemand of iets doet (gamen, drinken) of overkomt (struikelen, krijgen)

Hij heeft dat gekregen.

Slide 5 - Slide

Zelfstandig werkwoord

Zegt wat iemand of iets doet (gamen, drinken) of overkomt (struikelen, krijgen)

Hij heeft dat gekregen.

Slide 6 - Slide

Hulpwerkwoord (hww)

Komen voor in zinnen met meerdere ww. Helpt om het gezegde te maken.

Hebben, kunnen, mogen, moeten, willen, worden, zijn, zullen.

Slide 7 - Slide

Tips
- Is er maar één werkwoord? Dan is het altijd zww

- Het werkwoord achteraan in de zin is het zww, de rest hww.

Slide 8 - Slide

Even proberen!
De haai is één van de grootste vissen ter wereld.


Onze bevolking wordt steeds minder gelovig.


Containerschepen worden gelost met automatische kranen.

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 2 t/m 6 op blz. 214-215.



Klaar? Vul jouw samenvatting of mindmap aan met deze par.

Slide 10 - Slide