Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord.
Margaux 
Adikha 
Senne
Vic
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord.
Margaux 
Adikha 
Senne
Vic

Slide 1 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
voegt een eigenschap of extra informatie aan iets.
B
Geeft een aantal of hoeveelheid van iets anders aan.
C
Een woord voor een mens, dier, plant,….
D
Toont een verband tussen een ZN en de rest van de zin.

Slide 2 - Quiz

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
• Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord voegt een
eigenschap of extra informatie toe aan namen van personen, voorwerpen …

• Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, maar kunnen ook als apart zinsdeel voorkomen.

Slide 3 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
Lien had haar nieuwe bril verloren in de klas.
A
Verloren
B
Klas
C
De
D
Nieuwe

Slide 4 - Quiz

Lien had haar nieuwe bril verloren in de klas.
Nieuwe is het bijvoeglijk naamwoord omdat dat meer vertelt over de bril.

Slide 5 - Slide

Zoek het bijvoeglijk naamwoord:
De landen werken samen om de grote problemen op te lossen.
A
Werken
B
Problemen
C
Grote
D
Het

Slide 6 - Quiz

De landen werken samen om,de grote problemen op te lossen.
Grote omdat het meer vertelt over de problemen.

Slide 7 - Slide

Welke vorm is de vergrotende trap:



A
Leuker
B
Leukst
C
Leuk
D
Geen

Slide 8 - Quiz

Trappen van vergelijking.
Stellende trap: mooi
Bv. Ik Vind Laura Tesoro mooi.

Slide 9 - Slide

Wat is de stellende trap?
A
Duur
B
Duurst
C
Duurder
D
Geen

Slide 10 - Quiz

Vergrotende trap.
Mooier
Bv. Ik vind Miss België mooier.

Slide 11 - Slide

Wat is de vergrotende trap?
A
Goed
B
Best
C
Beter
D
Geen

Slide 12 - Quiz

Overtreffende trap.
Mooist
Bv. Ik vind mijn liefje het mooist.

Slide 13 - Slide

Wat is de overtreffende trap?
A
Veel
B
Meer
C
Meest

Slide 14 - Quiz

Zijn er nog vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz