Domein E3.1 Voortplanting

Domein E3.1 Voortplanting
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Domein E3.1 Voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1 de geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting beschrijven en de daarmee de
genetische variatie bij prokaryoten en eukaryoten verklaren;
2 bouw, vorming, ontwikkeling en functie beschrijven van gameten en de zygote;
3 bouw en werking van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven en de rol
van hormonen daarbij toelichten;
4 standpunten over het ingrijpen in het voortplantingsproces van organismen
toelichten met ethische en biologische argumenten.

Focus: celcyclus = mitose, meiose, haploïd, diploïd

Slide 2 - Slide

Celdeling
Het voortplanten (reproduceren) van cellen: uit één moedercel ontstaan twee identieke dochtercellen (genetisch hetzelfde)
  • Voortplanting
  • Groei
  • Herstel/vervangen oude of beschadigde cellen

Slide 3 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Celdeling waarbij nakomelingen (klonen) ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder -> bacteriën, schimmels, planten en sommige dieren

  • Op natuurlijke wijze
  • Op kunstmatige wijze

Slide 4 - Slide

Celcyclus
De erfelijke eigenschappen van een organisme liggen vast in het DNA.
Karyogram: binas tabel 70B

Iedere dochtercel moet het DNA 'krijgen' van de moedercel -> hiervoor wordt het DNA in de chromosomen gekopieerd
Binas tabel 70A

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Celdeling bij planten, dieren en schimmels

Slide 7 - Slide

Celcyclus
  1. Mitose: celkern deling en celdeling
  2. Interfase: periode tussen twee celdelingen
  • G1-fase: stofwisseling en celgroei
  • S-fase: DNA-replicatie/synthese = kopiëren DNA molecuul
  • G2-fase: stofwisseling en celgroei, synthese van membranen en andere organellen

  • G0-fase: cel is in rust er treden geen delingen op

Slide 8 - Slide

Celcyclus
Controlepunten
  • G1-fase: gunstige omgeving?
  • G2-fase: DNA goed verdubbeld en nog steeds gunstige omgeving?
  • M-fase: alle chromosomen bevestigd aan kernspoel?


Binas tabel 76A


Slide 9 - Slide

Belangrijke termen: chromatide en centromeer

Slide 10 - Slide

De mitose ...
... bestaat zelf ook uit een aantal 'fasen'

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Belangrijke begrippen: centrosoom (spoellichaampje), centriolen, trekdraden, spoelfiguur/kernspoel

Slide 13 - Slide

Nog een keer ... nu met de binas erbij (76B1)
  • Interfase: verdubbeling van chromosomen wordt afgemaakt
  • Profase: centrosoom verdubbelt + gespiraliseerde chromosomen worden zichtbaar
  • (Prometafase: kernmembraan verdwijnt en centrosomen verplaatsen + trekdraden vormen = spoelfiguur)
  • Metafase: chromosomen rangschikken in midden + trekdraden binden aan centromeren
  • Anafase: trekdraden worden korter en chromatiden worden uit elkaar getrokken
  • Telofase en cytokinese: nieuwe kernmembranen vormen
  • Inferfase: insnoering en je hebt twee cellen

Slide 14 - Slide

Lichamelijke cellen
Iedere lichaamscel (somatische cel) bevat 46 chromosomen: 23 van je vader en 23 van je moeder. Dit noem je diploïd en wordt genoteerd als: '2n'

Geslachtscellen bevatten 23 chromosomen. Dit noem je haploïd en wordt genoteerd als 'n'.

Slide 15 - Slide

Geslachtelijke voortplanting (bevruchting): celfusie

Slide 16 - Slide

Het maken van voortplantingscellen
  • Man: testes (teelballen)
  • Vrouw: ovaria (eierstokken)

Diploïde moedercellen --> haploïde dochtercellen: zaadcellen en eicellen

Dit gebeurt tijdens de meiose (reductiedeling)
Je hebt de meiose I en de meiose II 

Slide 17 - Slide

Meiose I: 
1 diploïde cel -> 2 haploïde cellen

Meiose II:
2 haploïde cellen -> 4 haploïde dochtercellen (dit worden de geslachtscellen)

Slide 18 - Slide

Binas tabel 76B2+3
Vergelijk de metafase van de mitose met die van de meiose I, welk verschil zie je?

Welke overeenkomsten zie je tussen de mitose en de meiose II?

Slide 19 - Slide

Zaadcellen
Spermatogenese in de testes

Zaad-moedercellen (spermatogonia) -> zaadcellen (spermatozoa)

Opslag in bijballen

Binas tabel 86A1+2

Slide 20 - Slide

Spermatogenese (binas 86D)
Spermatogonia (2n = 46,XY)

1' spermatocyt (2n = 46,XY)

2' spermatocyten (n = 23,X of 23,Y)

spermatiden (n = 23,X of 23,Y)

spermacellen (n = 23,X of 23,Y)

Slide 21 - Slide

Eicellen
Oögenese in eierstokken

Eicel-moedercellen (oögonia) -> eicel 

Follikel = blaasje met vocht
Ovulatie = eisprong

Binas tabel 86B1+2


Slide 22 - Slide

Oögenese (binas 86D)
Oögonia (2n = 46,XX)

1' oöcyt (2n = 46,XX)

2' oöcyt (n = 23,X)
poollichaampje breekt af

eicel (n = 23,X)


Slide 23 - Slide