Taaldorp 2025

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Taaldorp dinsdag 17-6 les 5-6 C119

1. Meld je bij het talenplein van C119  met opgeladen laptop en je voorwerp (eventueel)

2. Neem plaats

3. Open beide presentaties

4. Ga beide presentaties nog even doornemen

5. Elk gesprekje duurt 2-3 minuten

Check magister op di 17-6

In magister komt te staan waar je moet zijn, wat je moet meenemen, hoe taaldorp gaat

Check dus vanaf vrijdag (morgen dus) ook de inhoud van taaldorp in magister!

Oefenen, oefenen, oefenen!

Is het belangrijkste

handig met je klasgenoot, maatje, familieleden thuis

iemand die je kent die goed Engels spreekt

is goed om dingen die je wilt zeggen te onthouden, uit te proberen

Taaldorp

Wat kun je zeggen?

Wat moet je weten?

How to introduce yourself

Good morning, how are you?

I am fine

Tell me a bit about yourself

My name is..

........

School

My form tutors are Miss Schwachöfer and Mr van Haaren.

I am in class M2B

My favourite subjects are ....

Hobbies and sports

I play soccer, hockey, tennis, netball (korfbal)

I am creative: I make drawings, paintings, I build things

What's on your bucket list?

I would like to go ....

to ... (country)

bungeejumping

on holiday to

I would like to buy a/an ....

What's your favourite food?

I like ...., because....

I love .... because ...

Presentatie 2

Je mag een voorwerp meenemen naar gesprek 2.

Bijvoorbeeld een hockeybal als je hockeyt.

Een foto op je laptop mag ook als het voorwerp te groot is om mee te nemen.

Presentatie 2

Je gaat nu zelf presenteren!

Maak het aantrekkelijk om naar te luisteren, bereid je dus uitgebreid voor.

Dat kun je doen door de WH vragen te beantwoorden:

wie - wat - wanneer - waar -  waarom - hoe

Presentatie 2

Wie/Wat?: een idool, een film, influencer, boek, film, hobby

Wanneer? keren training, wedstrijd, film gezien enz.

Waar? sportpark, Industry (plek)

Wanneer? training, wedstrijden, tijdstippen (tijd)

Waarom? Geef reden

Hoe? Hoe lang al sport, hobby?

Hoe zeg je dat op het Fioretti zit in klas 2?

1. I sit at Fioretti College in class 2
2. I go to Fioretti College. I'm in class .....
3. I am in Fioretti College. I am in class ....
4. I sit in class 2 Fioretti College.

Hoe zeg je "Ik voetbal op vrijdag en ik zwem op zaterdag" ?

1. I football on Friday and I am swimming on Saturday.
2. I play football on friday and I swim on saturday.
3. I play football on Friday and I swim on Saturday.
4. Soccer on Friday and swimming on Saturday.

Hoe zeg je "Ik houd van skydiven en paragliden" ?

1. I like skydiven and paragliding.
2. I love skydiving and paragliding.
3. I loves skydiving and paragliding.
4. I like skydiving and paragliding.

Hoe zeg welk eten je lekker vind?

1. I like ...., because ....
2. I eat ..... a lot, because ....
3. I love eating ......., because.....
4. I am keen on......, because ....