This lesson contains 11 slides, with text slides and 3 videos.
3-5 voorstanders
3-5 tegenstanders
De rest van de klas is de jury en let op observatiepunten:
oogcontact, houding/handen, 'Be the argument', stemgebruik
Wie was het meest overtuigend en waarom?
Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)
Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...
Oogcontact: richt de debater zich tot de jury?
Houding & handen: staat de
debater stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?
‘Be the argument’: gelooft
de debater zelf in wat hij zegt?
Stemgebruik: zijn tempo en volume passend en overtuigend?
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.