Argumenteren en drogredenen

Argumenteren en (be)drogreden(er)en
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Argumenteren en (be)drogreden(er)en

Slide 1 - Slide

Standpunt of argument?
Lola: 'Voor je op wintersportvakantie gaat, kun je het beste een reisverzekering afsluiten.'
Amir: 'Waarom? Zo'n reisverzekering is helemaal niet nodig.'
Lola: 'Ik vind van wel (standpunt), want je kunt bij het skiën een been breken en in alle vakantiecentra wordt veel bagage gestolen (argument).'

Slide 2 - Slide

Standpunt of argument?
Overtuigende/betogende/persuasieve teksten: 
  • schriftelijk: bv. recensie
  • mondeling: bv. debat

Slide 3 - Slide

Wat is het standpunt in de zin: 'Hij is intelligent, want hij draagt een bril.'
A
Hij is intelligent.
B
Hij draagt een bril.

Slide 4 - Quiz

Wat is het standpunt in de zin: 'Aangezien het morgen zal waaien, neem je beter geen paraplu mee.'
A
Het zal morgen waaien.
B
Je neemt beter geen paraplu mee.

Slide 5 - Quiz

Wat is een goed standpunt?
A
Het aantal ziekenhuizen in de stad is gestegen.
B
De haven van Antwerpen moet worden uitgebreid.
C
Iedereen is gek.

Slide 6 - Quiz

Deugdelijke argumenten
  1. Analogie of vergelijking
  2. Autoriteit of gezag
  3. Kenmerk of eigenschap
  4. Voorbeeld
  5. Oorzaak-gevolg
  6. Cijfers en statistieken

Slide 7 - Slide

De maximumsnelheid in België kan best omhoog. In Duitsland is ze veel hoger en daar vormt ze toch geen probleem?

Slide 8 - Open question

Het fileprobleem wordt steeds groter. Volgens een onderzoek van het ministerie van Communicatie en Infrastructuur is het verkeer op de Belgische wegen het afgelopen jaar met 5,7% toegenomen. (2 argumenten)

Slide 9 - Open question

Je moet vroeger gaan slapen. Kijk naar je zus: die is tenminste altijd uitgerust.

Slide 10 - Open question

Onze leraar Nederlands zegt dat het woord ‘vermits’ ouderwets is. Daarom gebruik ik het zo weinig mogelijk.

Slide 11 - Open question

Autorijlessen op school? Daar ben ik tegen, want jongeren zullen nu nog sneller leren autorijden en nog minder de fiets nemen.

Slide 12 - Open question

Ondeugdelijke argumenten  of drogredenen

Een drogreden is een foutief argument. Vaak lijken drogredenen aannemelijk, maar dat zijn ze niet. 
Een drogreden kan een fout argument zijn omdat een argumentatieschema niet goed gebruikt wordt of doordat er een discussieregel wordt overtreden. Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering.

Slide 13 - Slide

Welke zin bevat een deugdelijk autoriteitsargument?
a. Bart (8 jaar): ‘Mijn moeder zegt dat ik het afgelopen jaar veel minder vaak ziek was dan de jaren daarvoor. Dus dat zal wel zo zijn zeker.’
b. Italianen worden in de sociale omgang steeds onvriendelijker tegen elkaar. De Italiaanse bondscoach beaamde dat onlangs nog in een interview.
A
Zin A
B
Zin B

Slide 14 - Quiz

Deugdelijk argument of drogreden?
  • Zin A = deugdelijk --> moeder is wel degelijk een autoriteit over hoe vaak haar kind per jaar ziek is. 
  • Zin B = onterecht autoriteitsargument --> De bondscoach baseert zich niet op onderzoek, hij heeft het enkel 'beaamd' + hij is geen autoriteit op dit gebied. 

Slide 15 - Slide

Welke zin bevat een deugdelijk vergelijkingsargument?
a. De Engelsen zouden verplicht moeten worden Nederlands te leren op de middelbare school want wij moeten immers ook Engels leren.
b. We moeten in België ook de ziekenzorg privatiseren, in Nederland is dat ook gedaan.

A
zin A
B
zin B

Slide 16 - Quiz

Deugdelijk argument of drogreden?
  • Zin A = onjuiste vergelijking --> je kan de talen Nederlands en Engels niet met elkaar vergelijken. Engels is momenteel een wereldtaal, dus het is voor ons belangrijker om Engels te beheersen dan andersom. 
  • Zin B = deugdelijk --> België en Nederland zijn landen die je goed met elkaar kunt vergelijken, ook op het vlak van gezondheidszorg. 

Slide 17 - Slide

Welke zin bevat een deugdelijke oorzaak-gevolg-argumentatie?
a. Die nieuwe film van X is volledig geflopt doordat een aantal belangrijke recensenten er slechte kritieken over hebben geschreven.
b. De meisjes die achterin de klas zaten, hadden hogere cijfers dan zij die voorin zaten. Het is dus goed voor je punten om achterin de klas te gaan zitten.

A
zin A
B
zin B

Slide 18 - Quiz

Deugdelijk argument of drogreden?
  • Zin A = deugdelijk 
  • Zin B = onterecht causaal verband --> Het is onwaarschijnlijk dat het feit dat de meisjes achterin de klas zaten de oorzaak is van het behalen van hun goede cijfers.

Slide 19 - Slide

Deugdelijk argument of drogreden?
Om een drogreden van een deugdelijk argument te onderscheiden, kan je kritische vragen bij de argumenten stellen om ze te beoordelen. 
  1. Lees de kritische vragen bij elke argumentatiesoort.
  2. Beoordeel de argumenten in de volgende oefening. 

Slide 20 - Slide

Japanse jongeren zijn echte opscheppers. Als ze hier komen, moeten ze altijd zo nodig het allerlaatste model van iPhone showen.

Slide 21 - Open question

De nieuwe antirimpelcréme van Nivea Visage is heel efficiënt: bij 60 % van de 320 proefpersonen waarop hij werd uitgetest, voelde de huid na 14 dagen strakker aan.

Slide 22 - Open question

De rechtspraak in België draait vierkant. Jef Hoeyberghs zei dat onlangs in een interview op VTM.

Slide 23 - Open question

Foutieve argumenten in de wereld vandaag
  1.  Sinds wanneer is de kleur van pieten een heikel thema? 
  2. Waar woedt de discussie? 
  3. Zijn er oplossingen? 

Slide 24 - Slide

Stroman
Hellend vlak
Ad hominem
Onterecht autoriteitsargument
Ad populum
Cirkelredenering
Anekdotisch bewijs
Non sequitur
Uitgesloten midden / vals dilemma
Argumentatie van persoonlijk ongeloof
Ad antiquitatem
Onterecht causaal verband
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L

Slide 25 - Drag question