De lente herhaling

1 / 29
next
Slide 1: Video
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

De lente
Lesdoel:
  • We leren over het meervoud (plural)
  • We leren over de + het + een
  • We leren nieuwe woorden die te maken hebben met de lente

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Dieren

Slide 6 - Slide

Kies het juiste woord:
het schaap / het lammetje
het paard / het veulentje
de koe / het kalfje
het konijn
de kip / het kuikentje
de vogel
de vlinder

Slide 7 - Drag question

de poten
de vacht
de kop
de bek

Slide 8 - Drag question

Schrijf het meervoud:
de kip

Slide 9 - Open question

Schrijf het meervoud:
de koe

Slide 10 - Open question

Planten

Slide 11 - Slide

Kies het juiste woord:
A
de narcis
B
de hyacint
C
de tulp
D
de krokus

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste woord:
A
de narcis
B
de hyacint
C
de tulp
D
de krokus

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste woord:
A
de narcis
B
de hyacint
C
de tulp
D
de krokus

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed?
A
de bloesom
B
de bloesen
C
de blosem
D
de bloesem

Slide 15 - Quiz

Schrijf het meervoud:
de hyacint

Slide 16 - Open question

Schrijf het meervoud:
het sneeuwklokje.

Slide 17 - Open question

Sleep het woord naar de goede afbeelding.

Slide 18 - Slide

Kies het juiste woord:
de zonnestralen
de zomertijd
bloeien
groeien
de wei / het weiland
het nest

Slide 19 - Drag question

Schrijf het meervoud:
het weiland


Slide 20 - Open question

Schrijf het meervoud:
het nest.

Slide 21 - Open question

Sleep het goede woord in de zin.

Slide 22 - Slide

1. De baby van een koe heet ______________
2. De _____________ bloeien in de bomen.
3. Er leven veel ____________ in de sloot.
4. De ___________ is een mooie, gele bloem.
5. Alle planten en dieren noem je samen ___________
het kalfje
de natuur
bloesem
kikkers
narcis

Slide 23 - Drag question

1. Uit een cocon komt een prachtige _____________.
2. De __________ kruipt over de tak.
3. Hyacinten groeien uit een ____________.
4. Uit de _____________ bloeit een bloem.
5. In de lente worden veel dieren _____________.
vlinder
geboren
rups
bloembol
bloemknop

Slide 24 - Drag question

Schrijf het woord, met de of het.

Slide 25 - Slide

Wat is dit?

Slide 26 - Open question

Wat is dit?

Slide 27 - Open question

Wat is dit?

Slide 28 - Open question

Wat is dit?

Slide 29 - Open question