EHBO les 5

1 / 31
next
Slide 1: Slide
GezondheidsleerMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll


Kletspraat
Waar ben je het meest trots op?

Slide 3 - Open question

Wat is de normale polsfrequentie van een kat?
A
28 tot 40
B
60 tot 120
C
120 tot 180
D
200 tot 300

Slide 4 - Quiz

Tijdens het uitvoeren van een SPAR-onderzoek op een hond valt je op dat de CRT langer duurt dan 1,5 seconde. Wat zou dit kunnen betekenen?

Slide 5 - Open question

Wat is de normale ademhalingsfrequentie van een hond?
A
8 tot 14 keer
B
10 tot 30 keer
C
20 tot 40 keer
D
35 tot 65 keer

Slide 6 - Quiz

Tijdens het uitvoeren van een SPAR-onderzoek valt je op dat een kat te langzaam ademhaalt. Wat zou hiervan de oorzaak kunnen zijn?

Slide 7 - Open question

Een puppy heeft op een elektriciteitskabel gebeten, waardoor het dier onder stroom staat en de huid en de slijmvliezen zwart verkleuren met blaren. Leg uit hoe je dit dier eerste hulp gaat verlenen.

Slide 8 - Open question

Een hond heeft een reep pure chocolade opgegeten. Leg uit hoe je dit dier eerste hulp gaat verlenen.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leg uit wat een shock is.

Slide 12 - Open question

Benoem enkele oorzaken voor het ontstaan van shock.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke beweringen over shock zijn waar?
1. Een dier met shock mag je opwarmen met een warmtematje of een kruik.
2. Tijdens een shock daalt de lichaamstemperatuur.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 16 - Quiz

Een kat wordt aangereden door een auto, met een open botbreuk, een slagaderlijke bloeding en een shock tot gevolg. Leg uit hoe je dit dier eerste hulp gaat verlenen.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welke beweringen over bewusteloosheid zijn waar?
1. Bij een stupor is het dier nog bij bewustzijn.
2. Uit een coma is een dier niet wakker te maken.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 20 - Quiz

Het is soms moeilijk te bepalen of een dier bewusteloos is of al is overleden. Leg uit hoe je het verschil kan zien.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Een hond is aangereden door een auto. Het dier ligt op de weg en reageert niet. Leg uit hoe je dit dier eerste hulp gaat verlenen.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Welke beweringen over epilepsie zijn waar?
1. Een epileptische aanval mag maximaal 10 minuten duren.
2. Tijdens een epileptische aanval voelt het dier pijn.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 27 - Quiz

Een kat valt om, heeft spierkrampen, kwijlt, grote pupillen en laat urine lopen. Leg uit hoe je dit dier eerste hulp gaat verlenen.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Een kat valt van een balkon af. Het dier kan niet meer op zijn achterpoten staan en sleept zijn achterpoten mee als het dier wegloopt. Leg uit hoe je dit dier eerste hulp gaat verlenen.

Slide 30 - Open question

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz