H5 Lezen (1)

H5 Lezen
timer
1:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5 Lezen
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Bespreken huiswerk
blz. 109: opdracht 1,2 en 4

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les:
- weet je wat kritisch lezen is en
 - kun je de betrouwbaarheid van een tekst vaststellen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 5 - Mind map

Lees de volgende artikelen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke tekst is betrouwbaar en waarom?

Slide 9 - Open question

Hoe kun je controleren of informatie klopt?

Slide 10 - Mind map

Stelling: 'Een artikel uit het jaar 2004 is betrouwbaar'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Stelling: 'Je kan er vanuit gaan dat een auteur van een tekst deskundig is'
Juist of onjuist? Waarom?

Slide 12 - Open question

Theorie - Kritisch lezen 
Om vast te stellen of een tekst betrouwbaar is, moet je deze tekst kritisch lezen. 

Een tekst kan niet-objectief zijn. Dat wil zeggen dat er informatie wordt weggelaten omdat de auteur daar belang bij heeft. Denk aan een reclamefolder of artikelen in een roddelblad. 

Slide 13 - Slide

Waarom is een roddelblad niet objectief?

Slide 14 - Open question

Informatie in een roddelblad is niet objectief omdat het doel van de tekst is om je te vermaken. Het maakt voor het blad niet uit of het op waarheid gebaseerd is. Zij willen gewoon zo veel mogelijk bladen verkopen. 

Slide 15 - Slide

Stel bij het kritisch lezen van een tekst het volgende vast: 
- Is de auteur deskundig? 
- Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang? Kun je uit de tekst of hete onderschrift iets afleiden over de opleiding of het beroep van de auteur? 
- Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd? 
- Is de informatie in de tekst niet verouderd? 
- Zijn de mensen die geïnterviewd worden betrouwbaar en deskundig? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord? 
- Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg? 
- Zijn de argumenten van de auteur sterk of kun je hier makkelijk iets tegen inbrengen? 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 1, blz. 141
Fluisterend overleggen
15 minuten

Slide 18 - Slide

Einde les


Huiswerk: maken H5 lezen opdr 2 en 4

Slide 19 - Slide