2 Stunde Tiere 1Q

Klassenarbeit besprechen
- Tafel is leeg behalve een gekleurde pen, stift of potlood (geen rood).

- Per 2tal krijg je een antwoordenvel. 
- Kijk je toets na. 
- Twijfel je of er iets fout nagekeken is, dan zet je er een kruisje voor.  Dit doe je ook bij andere vragen. 
- Ben je klaar lever je de toets in. 


timer
5:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klassenarbeit besprechen
- Tafel is leeg behalve een gekleurde pen, stift of potlood (geen rood).

- Per 2tal krijg je een antwoordenvel. 
- Kijk je toets na. 
- Twijfel je of er iets fout nagekeken is, dan zet je er een kruisje voor.  Dit doe je ook bij andere vragen. 
- Ben je klaar lever je de toets in. 


timer
5:00

Slide 1 - Slide

Comic
Ihr beurteilt eure Comics!

Beoordeel de stripverhalen aan de hand van het beoordelingsformulier. 

Van wie mag ik de stripverhalen hebben en gebruiken als voorbeeld voor volgend jaar?  Ze worden anoniem getoond. 

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Mitteilungen
Was machen wir bis den Sommerferien noch? 

- Buch lesen (1 Test)
- Grammatiktest (alle Grammatik) (2 Test)
- Hörverstehen (luistertoets) (2 toets)
- Lesen (2 toets)
- Restaurantprojekt (Sprechen und schreiben 2 Test)


Slide 3 - Slide

Kapitel 4 Tiere - 1. Stunde

Slide 4 - Slide

Lernziele
- Du kannst nacherzählen was wir heute gelesen haben. 
- Du kannst einen neuen Satz der Woche benutzen. 
- Du weißt ob du deine Hausaufgaben gut gemacht hast. 
- Du kennst die ersten Regeln von der, die & das und kannst sie benutzen. 

Slide 5 - Slide

Lesen
Wir lesen zusammen das Buch "Die Sommerferien". Kapitel 1 & 2. 

Slide 6 - Slide

Satz der Woche
Darf ich kurz zu meinem Schließfach gehen? 



Aufgeschrieben? Kontrolliere deine Hausaufgaben Seite 104. Die Antworten stehen in classroom. 
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Die Artikel
Het lidwoord = der Artikel, die Artikel

1. Welke Nederlandse lidwoorden ken je? 
2. Welke Duitse lidwoorden ken je? 

Schrijf je antwoord op het wisbordje. 

Slide 8 - Slide

Wat is juist? 
Schrijf het juiste antwoord op je wisbord. 

A. Ik ga met het bus naar school. 
B. Ik ga met de bus naar school. 

Slide 9 - Slide

Wat is juist? 
Schrijf het juiste antwoord op je wisbord. 

A. Ik loop het trapje op. 
B. Ik loop de trapje op. 

Slide 10 - Slide

Wat is juist? 
Schrijf het juiste antwoord op je wisbord. 

A. Ik trapte op zijn voet tijdens het bal. 
B. Ik trapte op zijn voet tijdens de bal. 

Slide 11 - Slide

Wat is juist? 
Schrijf het juiste antwoord op je wisbord. 

A. Ik trap tegen het bal. 
B. Ik trap tegen de bal. 

Slide 12 - Slide

Goede vraag!
De bal vs het bal

Slide 13 - Slide

Der, die, das...
wie geht denn das? 
Nötig: Reader der, die, das...

1. Lies die Regeln und markiere sie. 
2. Mache die Aufgaben. 
3. Kontrolliere deine Antworten. 

Mache die Aufgaben bis Seite 10. 

Slide 14 - Slide

Hausaufgaben
Lerne die Wörter auf Seite 132 (de aap t/m het vlees). 

Der, die, das bis Seite 10. 

Slide 15 - Slide