BLOK 1 - SE bespreken en examentaal

planning

SE bespreken

alle SE's uitdelen

toetsanalyse maken

doelen voor jezelf!

Wat moet je kunnen?

examentaal

tips!!!!!!!!!

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

planning

SE bespreken

alle SE's uitdelen

toetsanalyse maken

doelen voor jezelf!

Wat moet je kunnen?

examentaal

tips!!!!!!!!!

Slide 1 - Slide

Wat moet je verbeteren?
1. Welke fouten maak je steeds?
2. Welke onderwerpen moet je nog extra aandacht aan besteden?
3. Hoe ga je dat doen?
4. Wie heb je nodig?

Slide 2 - Slide

Wat moet je kunnen?
* Leerdoelen syllabus CE - zie examenblad.nl

Hulpmiddelen:
* leerdoelen H 5, 6, 7 en 8 
* boekje samengevat

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Examentaal
Wat is dat?

Slide 5 - Slide

Welke woorden moet je op letten?!


Zoek de instructiewoorden op uit het laatste SE en arceer ze:

Slide 6 - Slide

instructiewoorden SE
leg uit
bereken
teken
schat
laat zien
bewijs

Slide 7 - Slide

vraagstructuur

instructiewoord + belangrijke informatie (+ gegevens) -> ARCEREN

bijv: bereken het bedrag waarvoor Ineke een banklening moet afsluiten.

vraagstructuur: bereken + bedrag






Slide 8 - Slide

antwoordstructuur

antwoordstructuur = belangrijke info + (verplicht gegeven)


bijv. antwoordstructuur = berekening +bedrag

Slide 9 - Slide

controle!

1. Is het antwoord correct en volledig?

(geeft het antwoord op de vraag)

2. Is de formulering correct?

(t=...; formule ingevuld, lege formule, afronden, etc)

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Hoe ga jij leren en oefenen?

Slide 11 - Slide

De laatste tips voor het 
eindexamen wiskunde

Slide 12 - Slide



  • potlood 
  • pen
  • rekenmachine
  • geodriehoek 
  • passer 
  • gum



  • puntenslijper 
  • markeer stiften
  • lineaal
  • kleurpotloden


Dit neem je mee:
Dit kan je ook meenemen:

Slide 13 - Slide

   Als je het examen krijgt:
  • zorg dat je rekenmachine goed staat: op 'd' of 'deg',
  • blader het examen door,
  • markeer woorden als: in twee decimalen, in cm nauwkeurig, rond af
  • begin met de vragen waarvan je zeker weet dat je ze kan maken, sla de moeilijke vragen eerst over.




Slide 14 - Slide

   Tijdens het examen:
  • schrijf met pen, teken met potlood,
  • zet op elk blaadje je naam,
  • nummer je blaadjes,
  • lever altijd de bijlagen in,
  • let op de tijd.


Slide 15 - Slide




  • altijd met potlood,
  • een rechte lijn langs een lineaal,
  • een cirkel en een zzz driehoek  met passer,
  • bij een parabool, een kwadratisch verband en een wortel verband eerst punten in het assenstelsel, daarna een vloeiende lijn.



  • bij assenstelsels, schrijf bij de assen waar het over gaat en zorg voor gelijke stapgrootte op een as,
  • bij grafieken, schrijf er bij waar de grafiek over gaat,
  • Je hoeft níet met schrikkeljaren te rekenen, tenzij het erbij staat.


Teken...
Let op..
een driehoek waarvan 3 zijden bekend zijn

Slide 16 - Slide




  • schrijf overal je berekening bij op,  behalve bij grafieken en meer-  keuze vragen,
  • tussendoor NIET afronden, schrijf  een tussen-uitkomst met puntjes  (3,24...) en laat het getal op je  rekenmachine staan,
  • let op op hoeveel decimalen je moet afronden.
 


  • bij inklemmen altijd 1 getal boven en 1 getal onder de juiste uitkomst,
  • bij de balansmethode, eerst  letters naar links, dan getallen  naar rechts en als laatst delen  door het getal voor de letter,
  • schrijf de sinus, cosinus en  tangens van een hoek altijd met 3  getallen achter de komma
  • de eerste stap bij goniometrie -> sin/cos/tan hoek = ----------

Berekeningen:
Let op...

Slide 17 - Slide

   De uitwerkingen:
  • streep de berekening door als je het vervangt door wat anders (we mogen alleen de eerste berekening beoordelen),
  • streep de berekening niet door als je het niet vervangt door wat anders (misschien zit er nog iets bij wat punten oplevert),
  • het aantal punten geeft ongeveer aan hoeveel stappen er gemaakt moeten worden,
  • als er een uitwerkbijlage bij de vraag zit, gebruik deze dan ook.


Slide 18 - Slide

   Antwoord:
  • geef altijd antwoord op de vraag (lees de vraag nog even goed door), je laatste zin beginnen met dus....
  • let op de afronding (cijfers achter de komma),
  • let op eenheden (bv. km cm gram km/u).


Slide 19 - Slide

  Tot slot:
  • check of je rekenmachine op 'd' of 'deg' staat
  • lees de vraag goed door
  • als je een vraag niet snapt, sla hem over. Maak eerst de vragen die je wel snapt 


Slide 20 - Slide


Succes met leren
en met het examen!!! 

Slide 21 - Slide