This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefentoets: religie, mythe en wetenschap
Slide 1 - Slide
Instructie
Deze oefentoets bestaat uit 15 vragen. De laatste twee vragen zijn voor extra uitdaging. Succes!
Slide 2 - Slide
Hoe zou je de buddha het best beschrijven?
A
Een wetenschapper
B
De schepper
C
Een verlicht man
D
Een god
Slide 3 - Quiz
Wie is de stamvader van het Jodendom, Christendom en de Islam?
A
Moses
B
Jezus
C
Mohammed
D
Abraham
Slide 4 - Quiz
Op het plaatje zie je Egyptische goden. Welk belangrijk woord past bij het plaatje?
A
Boeddhisme
B
polytheïsme
C
monotheïsme
D
Abrahamitisch
Slide 5 - Quiz
Er is een belangrijk verschil tussen het Hindoeïsme en de andere vier grote religies. Wat is dit verschil.
A
Het Hindoeïsme heeft geen vaste geloofsregels
B
Het Hindoeïsme is een taal, geen religie
C
Het Hindoeïsme heeft geen Goden
D
Het Hindoeïsme heeft ook 1 God maar deze heeft geen stamvader.
Slide 6 - Quiz
De wereld is volgens de Grieken ontstaan uit Chaos (leegte). Wel waren er basisbestandsdelen aanwezig. Hieruit ontstonden zes oergoden. Noem de vier basisbestandsdelen.
Slide 7 - Open question
De oergoden (eerste orde) hadden geen karakter of andere menselijke eigenschappen. Welke van de vier is zo'n oergod?
A
RHEA
B
AIGAION
C
BRONTES
D
GAIA
Slide 8 - Quiz
"De vakantie vliegt voorbij!"
Schoolrooster
Timing
Meetbare tijd
Chronos
Kairos
Slide 9 - Drag question
Noem een belangrijk verschil tussen religie en wetenschap?
Slide 10 - Open question
Wat is een paradigma
A
Een manier van kijken naar wereld.
B
Een denkmodel/ grondidee dat door wetenschappers als "waar" wordt gezien.
Slide 11 - Quiz
Welk antwoord is GEEN voorbeeld van een paradigma?
A
De aarde is rond.
B
Alles met massa heeft zwaartekracht.
C
De snelheid van een leeuw is 80 kilometer per uur.
D
De zon is het centrum van ons sterrenstelsel.
Slide 12 - Quiz
Religie, mythe en wetenschap kijken op verschillende manieren naar de wereld maar hebben ook overeenkomsten. Noem een belangrijke overeenkomst.
Slide 13 - Open question
De titanen zijn...
A
Eerste orde goden
B
Tweede orde goden
C
Oergoden
D
Basisbestandsdelen
Slide 14 - Quiz
Welke karaktereigenschappen heeft een cycloop? Wat probeert dit verhaal jou te leren?
Slide 15 - Open question
Vroeger werd er gedacht dat iets wat zwaar is (olifant) altijd sneller zal vallen dan iets wat licht is (kat). Galileo was een bekende wetenschapper. Hij had als eerste het volgende idee: wanneer je twee objecten laat vallen zullen deze altijd op hetzelfde moment de grond raken. Hoe kan Galileo bewijzen dat zijn idee de waarheid is? Gebruik de afbeelding en het woord "testen".