Hoofdzaken en bijzaken + hoofdgedachte

Welkom!
Vandaag: hoofdzaken + bijzaken
Hoofdgedachte

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag: hoofdzaken + bijzaken
Hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

Hoofdzaken
Elke geschreven of gesproken tekst gaat ergens over, dat is het onderwerp. Een tekst heeft ook een doel: informeren, overtuigen, instrueren of amuseren.
Niet alle informatie is even belangrijk om dat doel te bereiken. Sommige informatie kun je weglaten.
Informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is, noem je hoofdzaken. Zonder deze informatie kun je de tekst niet begrijpen. 

Slide 2 - Slide

Bijzaken
Naast hoofdzaken bevat een tekst ook vaak bijzaken. Een tekst bereikt zijn doel niet zonder de hoofdzaken, maar kan zijn doel wel bereiken zonder de bijzaken.

Voorbeelden en extra uitleg zijn bijzaken. Ze maken de tekst helderder of leuker. Bijzaken kun je weglaten.

Slide 3 - Slide

Wat is uit de onderstaande tekst de hoofdzaak?

Ik ben vandaag later in de les, want ik moet eerst naar
de tandarts.

Slide 4 - Open question

Een hoofdzaak is vaak een voorbeeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Je vindt hoofdzaken meestal aan het begin of aan het eind van een tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een tekst beantwoordt wie-, wat-, waar-, wanneer- en hoe-vragen over het onderwerp. Hoofdzaken geven antwoord op één van die vragen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is de bijzaak?

Verschillende automerken, zoals Fiat, Audi en BMW,
hebben elektrische auto's.

Slide 8 - Open question

Wanneer is iets een hoofdzaak?
A
Als je de tekst ook kunt begrijpen zonder deze informatie.
B
Als je de informatie nodig hebt om de tekst te kunnen begrijpen.
C
Als je de tekst alleen interessant vindt door deze informatie.

Slide 9 - Quiz

Waarom voeg je bijzaken toe aan je verhaal?
A
Om de grote lijn van je verhaal vast te houden.
B
Om je verhaal kracht bij te zetten.
C
Om de hoofdgedachte van je verhaal te vertellen.
D
Om je verhaal te verduidelijken.

Slide 10 - Quiz

Hoofdgedachte/onderwerp
Wat is het verschil?

Slide 11 - Slide

Hoofdgedachte/onderwerp

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Lees de tekst: Sales in de praktijk: een gids voor succes
en beantwoord de bijbehorende vragen!

Slide 13 - Slide