Les 13, herhaling

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Pak je leesboek en ga stil lezen of steek je vinger op voor een woordzoeker
Stil = ook echt stil
1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Pak je leesboek en ga stil lezen of steek je vinger op voor een woordzoeker
Stil = ook echt stil

Slide 1 - Slide

Bienvenue!
31-10-23

Slide 2 - Slide

Le programme:
- Est-ce que tout le monde est présent?
- Parler en français (phrases-clés)
- Grammatica herhalen
- Uitleg over het proefwerk
- Leren

Slide 3 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Slide

Regels in de Franse les
- Als ik praat, ben je stil
- Als iemand de beurt krijgt, dan luister je naar diegene
- Tijdens het zelfstandig werken ben je rustig en stil aan het werk. 
- Tussen de lesmomenten door blijft het rustig
- Je neemt altijd een leesboek mee (die nog niet uitgelezen is), je werkboek, een schrift voor aantekeningen én je laptop

Slide 5 - Slide

Bespreken huiswerk --> exercice 30D

Slide 6 - Slide

Parler en français
Ouvre ton livre à la page quarante-six (46)

Slide 7 - Slide

Spreekoefening klassikaal
- Wat? Klassikaal doen we exercice 29A. Je krijgt 1 min. om antwoorden op de vragen te noteren. Daarna gaan we klassikale gesprekken voeren.



timer
1:00

Slide 8 - Slide

Grammatica herhalen...

Slide 9 - Slide

De lidwoorden 'de', 'het' en 'een'
Koppel je laptop met de LessonUp!

Slide 10 - Slide

Vervang le/la door un/une
Le chien
A
un chien
B
une chien

Slide 11 - Quiz

Vervang le/la door un/une
La piscine
A
un piscine
B
une piscine

Slide 12 - Quiz

Vervang le/la door un/une
Le chat
A
un chat
B
une chat

Slide 13 - Quiz

Vervang le/la door un/une
La soeur
A
une soeur
B
un soeur

Slide 14 - Quiz

Zijn hier nog vragen over?

Slide 15 - Slide

De persoonlijk voornaamwoorden en het werkwoord avoir (hebben)

Slide 16 - Slide

Kies het goede woord:
Ik / Jij / Wij maak een foto.
A
Ik
B
Jij
C
Wij

Slide 17 - Quiz

Vertaal
Jullie
A
Je
B
Nous
C
Vous
D
Ils

Slide 18 - Quiz

Vertaal
Zij
A
Ils
B
Elles
C
Elle
D
Il

Slide 19 - Quiz

Kies het goede antwoord:
Elle ai / a / as quel âge?
A
Elle ai
B
Elle a
C
Elle as

Slide 20 - Quiz

Kies het goede antwoord:
Nous avons / avez / ont un cadeau.
A
Nous avons
B
Nous avez
C
Nous ont

Slide 21 - Quiz

Kies de goede vorm van avoir:
Sarah et Pierre ..... un téléphone.
A
ont
B
a
C
avons
D
avez

Slide 22 - Quiz

Hoe ziet het proefwerk eruit?
Luisteropdracht (vrai/faux)
Vocabulaire, woordjes (kies het goede woord)
Grammatica: lidwoorden en werkwoord avoir
Vocabulaire, woordjes (vertaal het woord)
Zinnen (phrases-clés)
Leesopdracht
Vocabulaire, woordjes (vertaal het woord)

Slide 23 - Slide

Let bij het leren van de zinnen op de schuingedrukte woorden. Deze stukjes kunnen ook door andere woorden worden vervangen uit de woordenlijst

Tu as un frère --> Tu as une soeur?
J'habite à Zwolle --> J'habite à Rotterdam.

Slide 24 - Slide

Let op punten, vraagtekens en hoofdletters tijdens het proefwerk!
- Ik moet duidelijk zien dat het een hoofdletter is. Bij twijfel moet ik het fout rekenen! 

Slide 25 - Slide

Heeft iemand nog extra uitleg nodig? Is alles duidelijk voor de toets?

Slide 26 - Slide

Ga aan de slag met online Slim Stampen (overhoren FR-NL / NL-FR)


In stilte
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Blooket (laatste deel van de les)

Slide 28 - Slide

Huiswerk volgende les (06-11):
- Leren voor het proefwerk (leerstof staat op Magister)
- Vragen opschrijven als je de volgende les extra uitleg wil

Slide 29 - Slide